Eén keer in de twee jaar gaat de prijs naar een publicatie. `In de breedste zin van het woord. Een documentaire komt bijvoorbeeld ook in aanmerking, maar dat is nog nooit vertoond,' zegt Jan Terpstra, `de tot nu toe uitgereikte prijzen zijn allemaal naar boeken gegaan.'
En dit jaar dus naar jullie publicatie.
`Inderdaad, wel aardig hoor.' lacht de onderzoeker. Een jury bepaalt wie de prijs krijgt: een beeldje en natuurlijk de eer, het juryrapport en het symposium over het boek.'
De studie van de twee onderzoekers gaat over samenwerking en netwerken in de lokale veiligheidszorg. `Wij hebben acht casestudies verricht naar nieuwe ontwikkelingen in de veiligheidszorg en stelden de vraag `wat gebeurt er in de praktijk?' en hebben de bevindingen in een theoretisch kader behandeld. Dit prikkelde volgens mij de jury.'
Het ontstaan van netwerken op veiligheidsgebied is volgens de onderzoekers één van de nieuwe trends. `Aanvankelijk was criminaliteit en overlast een zaak van de politie. Bij onraad belde de burger de politie. Die moest er vervolgens met loeiende sirenes op af. Tegenwoordig zie je dat de politie niet meer op eigen kracht misstanden en -daden kan bestrijden. De zorg om veiligheid is een maatschappelijk iets geworden en partijen verenigen zich. Politie, winkeliers, de wijkraad, woningbouwverenigingen, buurtcommissie komen in netwerken bijeen.'
Kouwenhoven en Terpstra hebben vervolgens naar de werkelijkheid gekeken en onderzochten acht situaties. `We bestudeerden onder meer netwerken in een buurt, op een industrieterrein, in een uitgaansgebied en zelfs rondom een betaald voetbalclub.' Dat leverde een aantal opmerkelijke inzichten op. `Een voordeel van deze netwerkaanpak is het doelgericht werken. Rondom het specifieke probleem, bijvoorbeeld overlast van hangjongeren in een wijk, ontstaat een netwerk. Vervolgens gaat dat netwerk preventief te werk en probeert het duurzame oplossingen te creëren.' Het duurt volgens Terpstra wel erg lang voordat een netwerk geïnitieerd is en functioneert. `Dat is echt een nadeel, evenals het feit dat eigen belangen binnen een netwerk een rol spelen. Bovendien is een rolverschuiving waar te nemen.
Mede door prestatiemanagement en kerntakenverdeling binnen het politiekorps zijn agenten minder geneigd het voortouw te nemen binnen het netwerk. De gemeente moet deze rol op zich nemen. Zij heeft de regietaak maar het ontbreekt haar aan de juiste mensen.'