`Wetenschappelijk werk kan veel toegankelijker'

| Redactie

Het ene sabbatical is het andere niet. De een spijkert zijn wetenschappelijke kennis bij in een ver land, de ander blijft `gewoon' in Nederland. Zoals Kees Aarts, die vandaag zijn oratie houdt als hoogleraar politicologie en direct daarna terugkeert naar Wassenaar. Daar, aan het vermaarde instituut NIAS, wijdt hij zich een jaar lang volledig aan de wetenschap. Ongestoord. Tussen de andere uitverkoren alfa- en gammawetenschappers. .


`Ik hoor officieel in Wassenaar te zitten nu', zegt Aarts. `Een prachtig instituut waar je ongestoord met alle voorzieningen bij de hand onderzoek kan doen.' Lachend: `In onze kringen houdt een sabbatical in: een jaar lang geen onderwijs geven. Dat is niet zo erg hoor, om dat eens niet te doen.'

Ze bevallen hem goed, de paar maanden die hij nu in Wassenaar zit. `Het NIAS zit in een groot landhuis in een villawijk. Veertig wetenschappers, voor de helft afkomstig uit het buitenland, worden jaarlijks uitgenodigd om er een jaar lang onderzoek te doen. Je krijgt een eigen kantoor, een pc en onderzoeksassistentie. Ik heb daar ook een eigen slaapkamer. Door de gezamenlijke lunches, het grote aantal lezingen en seminars raak je gemakkelijk in contact met onderzoekers uit andere disciplines, mensen die je normaal niet zo vaak ontmoet. Ze zijn allemaal met interessante onderzoeksprojecten bezig.'

`Mijn hoogleraarschap betekent vooral een terugkeer naar de politicologie; ik word weer gewoon politicoloog', vertelt Aarts. `Daar betaal ik wel een prijs voor: ik word meteen hoofd van de groep, dus ik krijg er managementtaken bij. Maar, ik heb er alle vertrouwen in. We hebben een goede groep, iedereen kent elkaar al lang en vult elkaar goed aan. Na de laatste reorganisatie verwacht ik ook dat het binnen de faculteit BBT voorlopig rustig blijft. Tja, en dat management, daar kun je wel heel moeilijk over doen, maar het hoort er bij. Mensen die zeggen dat ze daar een halve werkweek aan kwijt zijn, geloof ik niet. Dat kan best tussen de bedrijven door.'

Zijn oratie is getiteld Dwarse kiezers en heeft raakvlakken met het boek dat hij samen met collega-politicoloog Henk van der Kolk maakte: Nederlanders en Europa; het referendum over de Europese grondwet. `Een belangwekkend boek', vond minister Alexander Pechtold. `Er zijn momenten dat de vruchten van wetenschappelijk onderzoek de doorslag kunnen geven in een politiek debat. Ik heb het gevoel dat we vanavond aanwezig zijn bij zo'n moment.' Aarts: `Het is leuk als je een boek hebt geschreven dat volgens de minister precies op het goede moment komt. We hebben er ook met heel veel plezier aan gewerkt.' Hij peinst. `Het is een ongebruikelijk boek. Op de universiteit houd je je over het algemeen niet bezig met de waan van de dag, al ontkom je er als politicoloog ook niet helemaal aan.'

Ook de manier waarop de pers het oppikte, was ongebruikelijk, meent Aarts. `Ik heb dat maar een keer eerder gehad, toen ik me tijdens een borrel aan een journalist liet ontvallen bezig te zijn met een onderzoek naar de invloed van de media op hoe mensen denken over de politiek. Het is wel echt iets dat ik wil bevorderen: er moet meer aandacht komen voor de vertaling van wetenschappelijk werk naar stukken die voor het publiek toegankelijk zijn. Dit boek moest er snel komen, maar ook toegankelijk zijn; leesbaar voor niet-specialisten. Dat laatste vanuit het idee om mensen in Nederland, politici én burgers, te laten zien wat we kunnen. Wij kosten geld. Weliswaar niet zoveel, maar we kosten geld. Het is goed om te laten zien wat je daarmee doet. Eigenlijk zou dat een nevendoelstelling moeten zijn voor elke wetenschapper.' Hij pauzeert even. `Ik bedoel daar níet mee dat je je moet bemoeien met allerhande politieke zaken. Niet dat ik vind dat een politicoloog geen stelling mag nemen, maar als ik college geef, wil ik niet dat studenten me kennen als voorvechter van een politiek punt. Die spanning wil ik koste wat het kost vermijden.'

Aarts is hoogleraar politicologie, in het bijzonder vergelijkend electoraal gedrag. Simpel: `Kiesgedrag vergelijken over verschillende landen'. Aarts heeft lang na moeten denken over een titel voor zijn oratie voordat hij aan zijn rede begon te werken. Het werd Dwarse kiezers. `Modellen blijken steeds slechter in staat om kiezersgedrag te voorspellen. Waarom? Het is de misère van kiezersonderzoek. We hebben steeds meer verklaringen die steeds minder goed verklaren. Mensen zijn onvoorspelbaarder geworden.'

Kees Aarts: ...mensen zijn onvoorspelbaarder geworden… (Foto: Arjan Reef)
Kees Aarts: ...mensen zijn onvoorspelbaarder geworden… (Foto: Arjan Reef)

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.