`Moet je kijken', zegt Euros-bootsman Marinus Goedhart, wijzend op het teer op een brokstuk van wat tot voor kort de Sheerness was. `Van dat binnenvaartschip. Hij zat er vast onder. Zó hard is dat gegaan.'
Binnen, in de kantine van Euros, zitten de meest besproken roeiers van de laatste week. Het tweetal prijst zich gelukkig dat ze er zo vanaf gekomen zijn, maar willen niet al te dramatisch doen over de gebeurtenissen die dinsdag, 's morgens tegen half tien. `Ik ben nog heel, Nick is nog heel. Alleen de boot is stuk, maar daar zorgt de verzekering wel voor.'
De dag na het ongeluk zaten de studenten (Dijkstra doet informatica, Bakker bedrijfskunde) alweer in de boot. `De beste tactiek', meent Nick. `Je moet zoiets zo snel mogelijk weer oppakken.' Toch was het wel even vreemd, bekent hij. `Ik keek in het begin wel iets vaker om dan ik gewoon ben.'
Wandelend langs het Twentekanaal, naar de plaats van het ongeluk, blikken ze terug. Roald wijst naar een open plek in het dichte en hoge riet langs de oever. `Kijk, alleen op de vissersplekken kun je tussen het riet door kijken. Daarom zagen de coaches ook niets.' Even voor de duidelijkheid: in een roeiboot zitten de roeiers met hun rug naar de vaarrichting en kijken dus naar achteren uit in plaats van naar voren uit. Nick: `Het was echt een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Ik heb vier keer omgekeken, maar door de laagstaande zon zag ik dat schip niet.' De schipper, op zijn beurt, heeft de twee roeiers ook niet gezien. `Wij zijn natuurlijk klein en zitten laag op het water', legt Nick uit en wijst op de `dode hoek' van het schip. `Vanuit de stuurhut kun je een heel groot stuk water voor je boeg niet zien. Bovendien, na de brug gaat het gas, wanneer je een lang recht stuk krijgt, vaak helemaal open. De schipper heeft waarschijnlijk ook niet heel goed opgelet.'
Dat alles leidde ertoe dat het duo het zestig meter lange gevaarte pas laat in de peiling krijgt. Voor een koerswijziging blijkt het dan te laat. Bakker: `En dan zit er maar één ding op: het water in.' Dijkstra wil Bakker volgen, maar krijgt zijn voet niet los. Kort daarna ramt de schipper uit Doesburg hun boot. Dijkstra, `strak van de adrenaline', weet zich onder water uit de boot los te wurmen en duikt instinctief naar verder beneden om vervolgens, `toen het weer licht werd' weer boven te komen. `Alles ging op dat moment op de automatische piloot, ik kan me er ook maar weinig meer van herinneren.' Hangend aan een wrakstuk bereikt hij de oever. Dat Dijkstra jarenlang als reddingzwemmer actief was heeft hem zeker geholpen.
Kort na het ongeluk, stroomden de reacties binnen. Op het forum van de website nlroei.nl uiten bezoekers de nodige kritiek op de twee Eurosroeiers. De fout ligt bij de boeg (de voorste roeier - in dit geval Bakker - die het water in de gaten houdt), en: de hielstrings waren slecht afgesteld, en het water, was dat wel geschikt om te sparren? `Loze uitspraken van mensen die de situatie niet kennen. Een beetje jammer', vindt Bakker. `Met het materiaal was niks mis', vult Dijkstra aan. `Die eerste voet had ik zo los, maar m'n andere been lag verkeerd om die hielstring (een touwtje waarmee de hak van de schoen vast aan de boot zit, JB) goed te gebruiken. Het is gewoon echt een ongelukkige samenloop van omstandigheden geweest.'
Galgenhumor heeft de schrik verdrongen. Bakker: `Tijdens een lunch met andere Eurosleden vlogen de wortels me om de oren. Goed voor m'n ogen, zeiden ze.'
Al weer van de schrik bekomen, Nick Bakker (met bril) en Roald Dijkstra