Volgens d'Hondt ontbreekt het aan een stevig, inhoudelijk fundament. Ruttes voorstel zou niets meer dan een actualisering van de huidige WHW zijn, die de structuur van de wet niet ten goede komt. De staatssecretaris laat zijn oren te veel hangen naar individuele wensen van partijen, wat leidt tot “onduidelijke compromissen en ad hoc overwegingen bij de invulling van een aantal onderdelen van de wet”, aldus d'Hondt in zijn brief.
Een echt nieuwe wet zou volgens de VSNU-voorzitter een wet op de kennisinfrastructuur in Nederland moeten zijn, waarin instellingen als universiteiten, hogescholen, NWO, Koninklijke Akademie van Wetenschappen en accreditatieorganisatie NVAO in hun onderlinge samenhang worden benoemd. In de conceptwet wordt de huidige fragmentatie van de onderzoeksinfrastructuur volgens hem juist bevestigd.
Ook de deregulering komt niet van de grond. Weliswaar trekt de overheid zich terug, maar op instellingsniveau moet volgens de nieuwe wet wel gedetailleerder verantwoording worden afgelegd. Volgens d'Hondt komen er op een aantal punten juist meer regels bij. Zo wordt de rechtspositie van studenten bij wet geregeld, krijgen medezeggenschapsraden onderzoeksrecht en worden er meer eisen gesteld aan de informatievoorziening. `En dat terwijl instellingen weinig wettelijke instrumenten tot hun beschikking krijgen om de kwaliteit en het rendement daadwerkelijk te verhogen.'