De lerarenopleidingen zijn vaak een ondergeschoven kindje, zo ervaart de directeur van ELAN, het expertisecentrum voor het voortgezet onderwijs waar de lerarenopleidingen van de UT zijn ondergebracht: wis-, natuur-, en scheikunde, economie en maatschappijleer. In 3 TU-verband is Informatica in aanvraag en wordt educatie & communicatie voorbereid.
Terlouw: `Faculteiten zouden hun studenten meer kunnen stimuleren om een licentie te halen. Na een master die direct aansluit bij een schoolvak kun je bij ELAN in één jaar een eerstegraads onderwijsbevoegdheid halen, na een bachelor kan dat in twee jaar. De instroom in de lerarenopleidingen is wel wat beter geworden, maar nog steeds te laag en nooit genoeg om de vergrijzing in het docentenbestand van middelbare scholen op te vangen. In de komende jaren zijn hónderden leraren nodig.' En goede bètadocenten zorgen weer voor een hogere bèta-instroom in de propedeuses. `De UT zou een rol kunnen spelen in die scholen door een beeld van de techniek neer te zetten dat de leerlingen aanspreekt. Alumni die voor de klas staan, betere ambassadeurs zijn er niet.'
Maar Terlouw heeft daarvoor wel geld nodig. `De lerarenopleidingen worden maar mondjesmaat bedeeld. Het is allemaal heel krap. Ook is voor bijvoorbeeld de bij de faculteiten aangestelde vakdidactici de financiering erg onhandig geregeld. Het college geeft het geld eerst aan de betreffende faculteiten, dan gaat het weer terug naar het CvB die het weer aan ELAN doorgeeft waarna deze op haar beurt weer de faculteiten betaalt voor de inzet van vakdidactici. Deze financiering kan veel simpeler direct op UT-niveau worden geregeld, ook al omdat er sprake is van een UT-brede taak, alle faculteiten profiteren er op termijn van.'
En er is structureel méér geld nodig. Terlouw: `Waarvoor? Om sterker naar buiten te kunnen treden. En, erg belangrijk, om de aansluiting met het voortgezet onderwijs te versterken. Neem nou die tegenvallende wiskundeprestaties van eerstejaars waar zoveel over te doen is geweest. Daar is één oplossing voor: propedeusedocenten en vwo-bovenbouwdocenten moeten met elkaar om tafel. Je kunt als hoger onderwijs participeren in middelbare schoolvakken. Maar dat kan niet voor niks, daar moeten we docenten voor vrijmaken, dat kost geld. En dan praat ik niet over tienduizend euro.'
Wat meer aandacht voor het leraarsambacht zou ook niet verkeerd zijn, vindt Terlouw. `Ik merk in de contacten met de faculteiten vaak dat het beroep wordt onderschat. Inhoudelijke kennis van het te doceren vak is wel genoeg, denkt men. Maar dat is dus niet zo. Ga maar eens zonder didactische kennis in en voor een klas staan. Dat wordt een ramp, talenten daargelaten. Lesgeven is een vák: je moet met pubers om kunnen gaan die in hun eigen, tegenwoordig virtuele, wereld leven.' Misschien dat die houding ontstaan is doordat docenten op universiteiten veelal wél lesgeven zonder al te veel didactische scholing te hebben genoten, denkt Terlouw. `Alleen de stof beheersen kan nooit voldoende zijn, ook niet op de universiteit.'
En het imago van het leraarschap, valt daar nog wat aan te doen? `Ten eerste: het verdient wél. Ten tweede: het is veelzijdiger dan lesgeven alleen. Ten derde: je hoeft het van mij ook niet je hele leven te doen.'
Archiefplaatje van wiskundestudent Renee Springer die in 2003 in UT-Nieuws vertelde over haar ervaringen als wiskundelerares aan het Stedelijk Lyceum in Enschede. (foto Arjan Reef)