Kees van Ast: `sociaal' én `beta'

| Redactie

De UT heeft er weer een nieuwe topbestuurder bij: Kees van Ast, die per 1 oktober Willem te Beest opvolgde als financiële man in het CvB. Samen met Anne Flierman, die overkwam uit Maastricht en de nog tamelijk nieuwe rector magnificus-uit-eigen-kring Willem Zijm, vormt Van Ast het driemanschap dat de UT de komende jaren verder zal opstoten in de vaart der volkeren. Voorlopig is het CvB verwikkeld in het jaarlijkse najaarsoverleg met de diensten en faculteiten.


Natuurlijk streeft het trio naar stabiliteit en ordening en zal de al eerder uitgezette koers worden doorgetrokken. Dat zeggen bestuurders bij hun aantreden al snel. Nee, geen opzienbarende plannen bij de opening van het academisch jaar. Meer een houding van: eerst maar `es een maand of drie goed luisteren naar wat de mensen te vertellen hebben en nauwkeurig in kaart brengen waar de fricties zitten. En die zijn er. Het hardnekkige spanningsveld tussen de onderzoeksinstituten en de faculteiten, en het begrote tekort van zeven miljoen waarmee met name EWI, TNW en CTW hebben te kampen zijn de voornaamste zorgpunten.

De groei van de UT naar tienduizend studenten - begin oktober door Flierman voorzichtig gebracht in de U-raad - ja, dat was verrassend. Maar de weg ernaartoe moet nog wel grondig verankerd worden in de bestuurlijke agenda die eind dit jaar wordt vastgesteld, weet ook Van Ast. Met als vertrekpunt het vigerende Instellingsplan, dat ruimte biedt voor nadere invullingen. Pas dan kan het schip weer met volle kracht vooruit.

Los daarvan is al wel duidelijk dat de UT met haar drie nieuwe bestuurders volstrekt andere figuren in huis heeft, met andere talenten en competenties dan hun voorgangers. Zo lijkt de bedachtzame en ook minzame Flierman in de verste verte niet op draufgänger Van Vught, die tegenwoordig een deel van zijn beschikbare tijd werkt als adviseur van EU-voorzitter Barrosso in Brussel. Collegabestuurder Henk Zijm is vooral een rector magnificus die met verve de terreinen onderzoek en onderwijs bestrijkt. En ook Kees van Ast doet in niets denken aan zijn kleine voorganger Te Beest, die sinds 1 september zijn heil in Leiden zoekt. Behalve dan dat ze allebei bijzonder goed kunnen rekenen.

De kennismaking is openhartig en laagdrempelig. Zijn lichte accent doet een Haagse worteling vermoeden, maar dat blijkt niet te kloppen, hij is Zeeuw van geboorte (1951). Daar komen heel wat zuinige mensen vandaan en dat beseft Van Ast maar al te goed. Over zijn vertrek bij Wageningen Universiteit en Researchcentrum, dat hij eind maart bekend maakte, is hij duidelijk. Hij was er vanaf 1997 vice-voorzitter van de raad van bestuur en stond voor de keuze om nog vier jaar bij te tekenen óf naar iets anders om te zien. Zijn vertrek motiveert hij zo: `Ik heb er maanden mee geworsteld, maar op een gegeven moment was ik er uit. Mijn tweede termijn liep af. Dat is een moment waarop je moet nadenken of je nog verder wilt. Ik vond het beter om op te stappen. Het is goed als er nieuwe mensen met nieuwe ideeën komen. Ik ben op een leeftijd waarop ik nog een mooie nieuwe klus kan oppakken. In Wageningen heb ik acht leuke tropenjaren gehad.' Tegenover het weekblad van de Wageningse universiteit vertelde hij - eind maart dus - nog geen nieuwe baan te hebben. `Mijn zoekgebied is de publiek-private sector. Maar ik heb nog geen concrete plannen.' Dat er in Twente kansen gloorden door het aangekondigde vertrek van Willem te Beest was hem natuurlijk niet ontgaan. De headhunter die Flierman uit Maastricht haalde, bracht Van Ast al snel naar Enschede. Wonen blijft hij nog even in Bennekom, waar zijn vrouw als onderwijskundig adviseur een baan heeft bij het ROC. Zijn zoon van achttien studeert bedrijfskunde aan de Hogeschool van Utrecht, zijn dochter van vierentwintig heeft die studie al afgerond.

Van Ast verdiende voordat hij in Wageningen kwam, zijn sporen als topambtenaar op het ministerie van Landbouw, waar hij vanaf 1982 in diverse leidinggevende functies werkzaam was. Van huis-uit is hij landbouwkundig ingenieur, maar hij zegt zich meer bedrijfseconoom te voelen. Zijn vader was ondernemer. De `echte' middelbare school bestond in zijn tijd -medio zestiger jaren - nog uit de hbs (a of b), of het gymnasium (alfa of bèta). Van Ast deed HBS-b en ging daarna in Wageningen studeren.

Van Ast noemt zichzelf een collegiale bestuurder die streeft naar het creeëren van commitment en waar nodig bruggen slaat. `Ik ben me er bewust van dat een bestuurder snel de neiging heeft om al van te voren te weten hoe de zaken in elkaar steken. Die valkuil probeer ik te vermijden. Communicatie is heel belangrijk. Ik ben goed benaderbaar en hou net zo lang vast aan een ingezette lijn totdat er een verandering van beleid nodig is. Noem het maar een combinatie van sociaal en bèta.' Hij zal die `sterkte' deze weken nog hard nodig hebben in het interne spanningsveld tussen een overmaat aan wensen en een krapte aan middelen. Hij zegt: `We moeten niet om bepaalde keuzes heenlopen, maar dilemma's met elkaar bespreken. Dat is een moeilijk proces'. Dat de UT-financiën nu echt op orde zijn zoals zijn voorganger bij zijn vertrek wilden doen geloven, zou hij niet met zoveel woorden willen bevestigen. `Er is natuurlijk wel een behoorlijke ordening aangebracht. Maar op basis van de stukken ervaar ik spanning tussen de jaarlijkse huisvestingslasten en een gat van vijf miljoen euro op termijn. We zijn er dus nog niet klaar mee. De centrale vraag is: waar willen we heen? We moeten als universiteit eerst vaststellen wat we kunnen waarmaken, maar óók wat we niet aankunnen. Dat kan leiden tot aanpassingen van onze doelstellingen.'

De weg die moet leiden tot de beoogde 3TU-federatie in 2007 noemt hij een intrigerend traject, waarbij het zaak is dat de UT zelfstandig blijft, zegt hij, en ook samenwerkingsvormen zoekt met andere kennisinstellingen. Hij roemt de groeiende bedrijvigheid binnen en rond de UT. Een fenomeen als kennispark heeft zijn warme belangstelling, verzekert hij.

Kees van Ast: ...centraal staat: wat kunnen we aan, en wat niet…(Foto Arjan Reef)
Kees van Ast: ...centraal staat: wat kunnen we aan, en wat niet…(Foto Arjan Reef)

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.