Kunstgras: eerst de amateurs dan pas de profvoetballers

| Redactie

Sommige grassprieten zijn breed en recht afgesneden, andere fijner en op het oog rond. Ze staan strak in het gelid of warrig door elkaar, voelen zacht aan of juist borstelig. De meeste sprietjes zijn in één kleur groen, maar soms is er een regelmatige afwisseling van licht- en donkergroen. Wie altijd dacht: `kunstgras is kunstgras', wordt door Martijn van Gils snel uit de droom geholpen. De student werktuigbouwkunde vergelijkt voor het UT-instituut Sport en Leisure de `looks and feel' van zestig soorten kunstgras voor voetbalvelden.


Plaats van handeling is het Polman stadion van voetbalclub Heracles in Almelo, tijdens het symposium `Niet zaaien, toch oogsten?', dat op 12 oktober 2005 werd georganiseerd door het UT-instituut. De `grasmat' die sinds 2003 bij de nieuwe eredivisionist ligt, is een proeftuin voor de UT dat op allerlei fronten onderzoek doet naar kunstgras, in nauwe samenwerking met de hoofdsponsor van Heracles, kunstgrasvezelproducent Ten Cate Thiolon. In de businessruimte van het stadion worden op deze zonnige woensdag ambtenaren en beleidsmedewerkers bijgepraat over kunstgrasvoetbalvelden. Om hen het beslissen makkelijker te maken presenteert het instituut ook het boek `Kunstgras belicht', een informatiegids over kunstgras voetbalvelden.

De symposiumdeelnemers verplaatsen zich tijdens de lunch massaal naar het veld om zich als proefpersoon bij Van Gils te melden (foto). Ze krijgen negen bakjes kunstgras voorgeschoteld, die ze eerst blind moeten bevoelen en daarna beoordelen op uiterlijk. Negen verschillende soorten kunstgras, dat lijkt voor een leek al vrij veel. Maar niets is minder waar. `In het echte onderzoek laat ik mijn proefpersonen zestig verschillende soorten kunstgras beoordelen,' vertelt Van Gils. Hij heeft al heel wat ervaringen verzameld, voornamelijk van voetballers, omdat zij het gras moeten gaan gebruiken. Vandaag wil hij kijken of de ambtenaren een soortgelijk oordeel over de grassen hebben.

Uiteindelijk zijn het vaak diezelfde ambtenaren die beslissen over de aanschaf van kunstgrasvelden in hun gemeente. Het symposium is dan ook op hen gericht. Martin Olde Weghuis geeft de aftrap met een presentatie over de technische achtergronden van kunstgras en over het vele onderzoek dat nog nodig is voor de perfecte kunstgrasmat. Olde Weghuis werkt vier dagen bij Ten Cate Thiolon en is als adviseur aan Sport and Leisure verbonden. Via een korte cursus `waar moet je opletten bij de aanschaf van kunstgras' door Gerrit de Koe, een ervaringsdeskundige beleidsmedewerker uit Amsterdam, gaat het naar de ervaringen van sporters, naar eigen zeggen onwetenschappelijk verzameld door KNVB-beleidsmedewerker Joeke de Jong. De gevoelens van de spelers zijn gemengd, al blijkt dat gewenning belangrijk is. Wie langer op kunstgras heeft gespeeld, is er positiever over, merkte De Jong. Ook zijn aanvallers, technisch vaardige spelers en oudere, recreatieve spelers in het algemeen positiever over kunstgras dan respectievelijk verdedigers, krachtvoetballers en prestatiegerichte spelers.

In de middagsessies komt nog duidelijker naar voren dat de keuze voor of tegen kunstgras veel met gevoel te maken heeft. Fysiotherapeut Jos van Putten en trainer Peter Bosz, beiden van Heracles, zijn nu enthousiast, maar moeten erkennen dat ze sceptisch waren toen de club aan kunstgras begon. Ook Ajax-trainer Danny Blind kan zijn gevoelens niet uitschakelen als het om kunstgras gaat. Voor het amateurvoetbal en voor de jeugd vindt hij kunstgras ideaal: `Als je jong bent, wil je niets liever dan voetballen, toch? Er is niets erger dan op zaterdag om half tien met je tas op de club komen en niet mogen voetballen. Met kunstgras kunnen wedstrijden en trainingen altijd doorgaan.' Maar het betaald voetbal zou er volgens Blind voorlopig nog niet aan moeten beginnen. De geur van natuurgras hóórt bij voetbal, vindt hij, en onregelmatigheden in het veld maken het spel spannend.

Kunstgras oogt en voelt inderdaad niet altijd als echt gras, dat blijkt wel als je je handen in de bakjes van Van Gils steekt. Maar zelfs een grasachtig uiterlijk maakt het kunstgras niet automatisch geschikt om op te voetballen. Het Heraclesveld heeft zeker niet het mooiste gras, maar is volgens de betrokkenen een behoorlijk goede benadering van de perfecte grasmat. Niet te hard, niet te zacht, met goede slidingseigenschappen. En de spelers lopen niet óp het gras, zoals bij hockey, maar erín, net als op echt gras.

Dat heeft alles te maken met de infill, de korreltjes rubber tussen de kunststof grassprieten. Vaak is die infill zwart en gemaakt van gerecyclede autobanden, maar het Almelose hoofdveld is gevuld met een nieuw soort grijswitte rubberdeeltjes. Dit materiaal is van zichzelf al veerkrachtiger en door de vorm - sliertjes in plaats van bolletjes - blijft het ook bij langdurig gebruik zijn veerkracht behouden. De nieuwe infill is ontwikkeld door het institute for Sport and Leisure, in samenwerking met DSM.

`Wij onderzoeken alles van de fundering van de grasmat tot de zool van de voetbalschoen,' zegt Frans Kokkeler, directeur van het instituut. Soms is dat heel vernieuwend, zoals het slidingonderzoek waarover deze krant vorige week berichtte. Hoewel het ongetwijfeld interessante inzichten oplevert, zit die proef Kokkeler niet lekker. Het was nooit de bedoeling om de proefpersonen aan risico's bloot te stellen. `Maar één geluk: we hebben nu zoveel data verzameld, dat we de proeven waarschijnlijk nooit meer met echte proefpersonen hoeven te doen. En het levert veel inzichten op over de speltechnische kwaliteiten van het veld.'

Pas als kunstgras op speltechnisch gebied perfecter is dan de perfecte natuurgrasmat, zal het betaald voetbal helemaal overstag gaan, is de algemene mening op het symposium in Almelo. Het zijn de amateurclubs die moeten zorgen dat de - nu nog peperdure - kunstgrasvelden gemeengoed gaan worden. Met het boek `Kunstgras belicht' wil het instituut clubs en gemeenten een handvat bieden bij de aanschaf van zo'n veld.

Het forum tijdens de kunstgrasdiscussie, van links af fysiotherapeut Jos van Putten en trainer Peter Bosz (beiden van Heracles) en Ajax-trainer Danny Blind.
Het forum tijdens de kunstgrasdiscussie, van links af fysiotherapeut Jos van Putten en trainer Peter Bosz (beiden van Heracles) en Ajax-trainer Danny Blind.

De symposiumdeelnemers beproeven de opgestelde soorten kunstgras
De symposiumdeelnemers beproeven de opgestelde soorten kunstgras

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.