Universiteiten mogen wel wat internationaler

| Redactie

Universiteiten en hogescholen leggen de internationalisering niet in duidelijke en vergelijkbare cijfers vast, vindt Nuffic-directeur Hanneke Teekens. Bovendien ondernemen ze te weinig om de mobiliteit van hun eigen studenten te bevorderen en dreigt er aldus een `dorpse sfeer' te ontstaan. Nuffic wil dat er snel regels worden opgesteld.


Internationaliseringsorganisatie Nuffic is niet tevreden over de betrouwbaarheid van de Bison-monitor die ze jaarlijks uitgeeft en die volgende week verschijnt. Directeur internationalisering Teekens: `Bij de samenstelling ervan moeten we het wat Nederland betreft vooral doen met de informatie die studenten, universiteiten en hogescholen ons op vrijwillige basis verstrekken. Anders dan in Duitsland of Frankrijk zijn instellingen hier niet verplicht om cijfers over internationale mobiliteit openbaar te maken. Omdat elke instelling en elk land het bovendien anders doet, vergelijken wij dus eigenlijk appels met peren. De enige echt harde cijfers waarmee we kunnen werken, zijn de aantallen internationale studiebeurzen die wij zelf beheren, maar dat betreft maar een klein deel van de feitelijke mobiliteit in het hoger onderwijs.'

Als het aan de Nuffic ligt, worden er van hogerhand snel regels opgesteld, waaraan de universiteiten en hogescholen moeten voldoen bij de registratie van internationale mobiliteit. `En dan leggen wij de jaarverslagen wel naast elkaar om een duidelijker totaalplaatje te verzorgen. Maar tot die tijd blijft het wel een beetje vreemd om bij de opening van het academisch jaar te horen dat er in Nederland `meer' buitenlandse studenten moeten komen terwijl niemand weet hoeveel er precies zijn.'

Teekens erkent dat het bepaald niet gemakkelijk is om tot een uniforme registratie te komen. Maar het meten van alleen de nationaliteit is in elk geval achterhaald. Teekens: `Als je nu bijvoorbeeld kijkt naar de Atlas of student mobility, dan zul je zien dat het Nederlandse hoger onderwijs wordt aangemerkt als `aantrekkelijk voor studenten uit islamitische landen'. Waarom? Omdat alle Turken en Marokkanen die hier wonen, als buitenlandse student staan geregistreerd. Selecteren op paspoort is natuurlijk zwaar achterhaald. Je moet echt kijken naar de internationale bewegingen.'

De cijfers laten in elk geval wel zien dat het aantal buitenlanders dat in Nederland studeert groeit. `We blijven echter wel achter ten opzichte van de rest van Europa en dat ligt aan een aantal zaken. Zo nemen wij promovendi niet mee in onze tellingen - in Nederland beschouwen we hen als werknemers - terwijl dat internationaal de meest mobiele groep in het hoger onderwijs is. Daarnaast hebben we een heel strakke regelgeving als het gaat om studenten van buiten de EU, en slagen we er nog niet zo goed in om onszelf te verkopen als `internationaal top'. We zijn voor de meeste buitenlandse studenten toch een beetje tweede keus. Door een verbeterde branding (positionering, red.) van het Nederlandse hoger onderwijs moet hier snel verandering in worden gebracht.'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.