Marijke Goïnga, medewerkster bewonerszaken van de campushuisvesting, wordt dagelijks overspoeld met telefoontjes van soms huilende, soms boze ouders en studenten, die benadrukken dat hen tijdens de voorlichtingsdagen een campuskamer aan het begin van het collegejaar in het vooruitzicht is gesteld. Nu komen ze bedrogen uit. Marijke: `Vroeger kon je, voor studenten die ver weg wonen, zoiets ook wel garanderen. Maar het kan niet meer. Tot nu toe heb ik er 525 aan een campuskamer kunnen helpen. Maar dat zijn wel de studenten die in de categorie van boven de drieëneenhalf uur reizen vallen.'
Op grond van ervaringen van vorig jaar (in oktober, november en december kwamen toen gemiddeld 44 kamers per maand vrij) heeft Marijke uitgerekend dat het nog minstens tot februari duurt voordat de meest urgente groep aan een campuskamer geholpen kan worden. Rest dan nog een groep van 331 gegadigden die minder dan tweeëneenhalf uur moeten reizen. Marijke: `Vorig jaar was de meest urgente groep in oktober gehuisvest. Nu wordt dat minstens februari. Natuurlijk komt dat voor een groot deel door het feit dat er zo'n 250 eerstejaars meer zijn binnengekomen, maar ik heb heel duidelijk het gevoel dat verhoudingsgewijs de belangstelling voor de campus ook is toegenomen.'
Ook Rinske Miedema van de stichting studentenhuisvesting Twente bevestigt dat de kamernood in de stad hoog is. Met name in Enschede met z'n hbo-concentraties is de wachtlijst lang. In Hengelo relatief minder. De studentenhuisvesting heeft in beide steden zo'n 1100 eigen kamers, verdeeld over `eigen' huizen, flats en studentencomplexen. Daarnaast kunnen particulieren via de huisvester een kamer aanbieden. (…)