`Gaat het nog wat worden met ons?', was de nuchtere openingsvraag van Leo Goedegebuure, moderator van de bijeenkomst en zakelijk directeur van het Institute of Governance Studies. Zijn drie gastheren lachten. Commentaar wilden de heren wel geven, zij het op persoonlijke titel.
Jan Blom, decaan van de faculteit EL van de TU/e: `Het is goed om samen te werken, maar niet op een manier van: jij doet A en jij doet B. Waar kan wat het beste gebeuren, daar moeten we naar kijken. Er bestaan plannen voor samenwerking op het gebied van onderwijs, onderzoek en kennisvalorisatie, maar is de identiteit van Eindhoven daarmee gewaarborgd?'
Feijen, hoogleraar polymeerchemie en biomaterialen en wetenschappelijk directeur van het BMTI, het biomedisch technologisch instituut van de UT, zag de toekomst zonniger in. `De 3TU Graduate School vind ik een positieve ontwikkeling', zei hij. `Gezamenlijk bieden de TU's 74 masteropleidingen. De druk vanuit de industrie neemt toe. We zullen beter moeten luisteren naar hun wensen en behoeften.' De bedragen die het kabinet in het vooruitzicht heeft gesteld voor het integratieproces zag hij wel zitten. `De eerste zes miljoen was snel verdeeld, maar wat doen we met die vijftig miljoen? Dat is nog niet uitgekristalliseerd. Eerst moeten we kijken naar de interne organisaties. Zijn die van voldoende kwaliteit? Zijn bepaalde zaken misschien complementair? We moeten met het geld de zaken zó reorganiseren dat we daarna met elkaar verder kunnen.' Zijn conclusie? `Als we het integratieproces op de juiste manier aanpakken worden we er alle drie beter van.'
`Tot zes jaar geleden spraken we amper met elkaar', merkte Karel Luijben op, decaan van Natuurkunde van de TU Delft. `En wat willen we nu? De rest van de wereld een poepie laten ruiken?', grapte hij. `Nu we met elkaar in gesprek zijn constateer ik in ieder geval dat het met de kwaliteit van de TU's nog niet zo slecht gesteld is.' Afstemming van onderwijs en onderzoek? `Ja, tot op zekere hoogte, maar dan ook met andere partijen. Zoals wij dat nu al doen met Leiden.'
Geerten Schrama, voorzitter van de universiteitsraad, meldde dat de Twentse U-raad positief gestemd is over de 3TU-plannen, maar dat sommige zaken nog wel erg vaag zijn. `Bijvoorbeeld als het gaat om die vijftig miljoen. Waar blijven die? De drie collegevoorzitters waren onlangs bij minister Verhoeven op de koffie, wat is daar eigenlijk besproken?' Daar wisten Blom, Feijen en Luijben geen antwoord op. Schrama: `Bij deze lanceer ik een nieuwe slagzin: hoe gek gaan we doen voor vijftig miljoen?' Feijen: `We doen zeker wat met het geld, maar daarover bestaan nog geen concreet uitgewerkte plannen.' Luijben: `Binnenkort gaat het kabinet hierover in beraad.' Blom: `De minister zit te duwen: wil de échte rector nu opstaan? Maar dat zie ik niet gebeuren.' Waarmee Blom bedoelde dat de minister aanstuurt op één college van bestuur dat het federatieproces vormgeeft.
Hoe dan ook, is er nog sprake van liefde tussen de TU's? `Een beetje', zei Leo Goedegebuure na afloop van de bijeenkomst. `We leven niet op voet van oorlog, maar van veel enthousiasme is geen sprake. Het afstemmen van de TU's leeft niet onder de mensen. Bestuurlijk is er wel aandacht voor, maar binnen de instellingen is slecht te zien wat er zoal gaande is in dit proces. Ondanks de heldere agenda van het federatieproces blijven de onderwerpen vaag. Zodra het gaat om keuzes maken zijn alle drie terughoudend.'
Karel Luijben (links, TU Delft), Jan Blom (TU/e), Leo Goedegebuure en Jan Feijen spraken in de Faculty Club over de voortgang van het 3TU-integratieproces. (Foto: Arjan Reef)
