`Het gaat om een heel speciale hamer', vertelt Willemien Wallinga-de Jonge. `Gemaakt ter gelegenheid van de 150e vergadering van de stagecommissie, in 1976, door de toenmalige voorzitter Barend Buis. Gesneden uit het eikenhout van zijn oude bed. De namen van alle voorzitters staan gegraveerd in ringen.' Wallinga vond dat de aloude voorzittershamer een waardige rustplaats behoorde te krijgen. Dat is de vitrine in de bestuursvleugel geworden.
Het mobiliteitsoverleg draait nu een paar maanden. De laatste vergadering van de stagecommissie was in december 2004. Veertig jaar lang, vanaf de start van deze universiteit, kwam de club regelmatig bij elkaar: een keer of tien keer per jaar. `Stages in de jaren zestig waren van een geheel andere orde dan die van nu', vertelt Wallinga. Zelfs is ze sinds 1997 coördinator internationalisering en stages van de opleiding elektrotechniek, waarna ze eind 1998 voorzitter van de stagecommissie werd. `Alle studenten liepen destijds stage aan het eind van het eerste studiejaar. Altijd in de zomer, want de academische vakantieperiode duurde langer dan nu. En de studenten gingen bijna allemaal bij een bedrijf in de regio aan de slag. Die stages legden een basis voor de latere ondernemende universiteit.'
Al snel kwamen er in opleidingen meerdere stages voor en de activiteiten van de stagecommissie breidden zich uit. `Het was een heel gezellige club, eigenlijk meer een vriendenclub. Veel koffie drinken, borrelen en gezamenlijk naar buitenlandse conferenties.' Gaandeweg werd de internationale stage steeds belangrijker. Wallinga vertelt dat met de invoering van bachelor en master er vooral veranderingen optraden in stages van de niet-technische opleidingen. `Bij die opleidingen is in de masterperiode geen ruimte voor een stage. Daarvoor in de plaats zijn andere studieonderdelen zoals baccalaureaatsopdrachten gekomen. Het betekende wel dat de aanduiding `stagecommissie' niet meer volstond.'
En dus koos men voor: mobiliteitsoverleg: een overleg met medewerkers internationalisering en stages van faculteiten, afdelingen en het International Office. Doel: het bevorderen van uitgaande studiepuntenmobiliteit van UT-studenten en het bevorderen van de instroom van buitenlandse studenten die een deel van hun curriculum aan de UT uitvoeren.
Wallinga, nu voorzitter van het mobiliteitsoverleg: `Studiepuntmobiliteit gaat niet alleen over stages, maar ook over Socratesuitwisselingen, baccalaureaatsopdrachten en inkomende stagiairs.' Het takenpakket van het mobiliteitsoverleg is breed: voorlichting aan studenten is het belangrijkste. `Want wil je studenten mobiliseren, dan zul je ze goed moeten voorlichten: over mogelijkheden van studie en stage in het buitenland, het voorkomen van calamiteiten, de financiële consequenties, subsidies en werkvergunningen.'
Over het belang van studeren in het buitenland is Wallinga heel duidelijk. `Als studenten hun diploma op zak hebben, moeten ze in een internationale omgeving kunnen werken. Een tijdje studeren of stage lopen in het buitenland stimuleert dat.'
`Vroeger', zegt ze, `kon het - wat de studenten betreft- niet ver genoeg zijn. Maar ik heb de indruk dat die trend verdwijnt. De inhoud van de stage doet er meer toe dan de locatie. Australië is enorm in trek, ja zelfs al aardig gewoon. China en het Verre Oosten zijn in opkomst. En de Europese landen doen het ook zeker niet slecht.'
De eikenhouten voorzittershamer van de stagecommissie is nu te vinden in de vitrine van de bestuursvleugel. (Foto: Maurits Diephuis)
