`Wat zou jij nooit aan Henk durven te vragen', vroeg discussieleider Dave Blank op een onbewaakt ogenblik aan Te Beest. Na een moment van overpeinzing bekende Te Beest: `Ik durf niet aan Henk te vragen hoe hij zich voelt. Er is nog steeds geen nieuwe collegevoorzitter en nu vertrek ik ook nog eens deze zomer. Henk is aan zijn klus begonnen in de veronderstelling dat het CvB snel weer uit drie man zou bestaan. Het idee dat hij er straks misschien in zijn eentje zit, dat moet een vreselijk gevoel zijn.'
Het waren vooral persoonlijke ontboezemingen die in de Club over tafel gingen, gekruid met een handvol uitspraken over hete UT-hangijzers. Vist de raad van toezicht bijvoorbeeld wel in de goede vijver bij het zoeken naar een CvB-voorzitter, vroeg Te Beest zich hardop af. `Men zoekt naar mensen met twintig, dertig jaar ervaring in een vergelijkbare functie. Ik denk dat je iemand zou moeten hebben die hier niet zijn loopbaan afsluit, maar juist zijn carrière opbouwt. Zoals Frans van Vught destijds. En dan weet ik nog wel een paar goede kandidaten. En ik weet ook dat ze best wel willen.' Te Beest vertelde er overigens niet bij dat hij denkt dat er schot zit in de procedure. Het kon best `es zijn dat de nieuwe man binnen een week of twee, drie bekend wordt gemaakt. Vóór medio mei komt de raad van toezicht op bezoek bij de U-raad.
Over de koers en het soms weerbarstige karakter van de UT wilde rector Henk Zijm wel wat kwijt. `Deze universiteit heeft de moed om heldere keuzes te maken. Maar zij moet vervolgens ook durven vasthouden aan die gemaakte keuzes, ook als die soms pijnlijke gevolgen met zich meebrengen.' Volgens Zijm zijn daarover onlangs in het universitair managementteam harde afspraken gemaakt. `We willen het conflict over de kanteling van de instituten beslechten'.
Waarom zou het dan nu wel lukken om dingen gedaante krijgen, en eerder niet, wilde een vragensteller uit de zaal weten. `Omdat we de boel nu op scherp hebben gezet. We zijn vastbesloten,' aldus Te Beest.
`Het is nu aan de wetenschappelijk directeuren van de instituten en aan de faculteitsdecanen om gezamenlijk hun verantwoordelijkheid te nemen', vindt Henk Zijm. `Ik sluit niet uit dat er wd's en decanen zijn die daar niet uitkomen. In dat geval moeten ze accepteren dat het college de nodige keuzes maakt.'
Zijm verwacht ook dat de samenwerking tussen Nijmegen, Wageningen en Twente al heel snel tot interessante ontwikkelingen kan leiden, iets wat hij ook al in zijn nieuwjaarsrede had aangekondigd. Verder heeft de noodzakelijke verbondenheid van onderwijs en onderzoek zijn aandacht en is hij er zich van bewust dat de meest succesvolle onderzoeksgebieden juiste de minste studenten trekken, en omgekeerd. Verder zou hij afwillen van de term `tweekernen'. `Dat duidt op verzuiling en dat willen we niet. De maatschappijwetenschappen en techniek zijn gelijkwaardig en hebben elkaar nodig.'
Aan het slot van de geanimeerde bijeenkomst, die met verve werd geleid door `moderator' Dave Blank, wilde Zijm nog wel kwijt dat zijn drijfveer is om het beste uit de mensen te halen en ze optimaal te stimuleren. En we zouden, volgens hem, `es met z'n allen moeten praten over de vraag hoe `we binnen deze universiteit met tolerantie omgaan en over hoe we daar blijvend een goed klimaat voor scheppen.'
