`De instructielessen gaan in de periode van sluiting gewoon door en alle buitensporten ook', vertelt André Ligthart, adjunct-directeur van het Sportcentrum. `We zijn samen met de gemeente druk bezig om vervangende accommodatie, bijvoorbeeld in de Diekmanhallen, te zoeken voor alle verenigingen. In eerste instantie zo dicht mogelijk bij de UT. Lukt dat niet, dan maken we de cirkel iets groter. Zo nodig sporten we in Glanerbrug.' Medewerkers van het Sportcentrum blijven op de UT gehuisvest: ze krijgen een tijdelijk onderkomen in het Paviljoen of de Citadel. De receptie verhuist naar het clubhuis van tennisvereniging Ludica.
De noodzaak om te renoveren is hoog, stelt Ligthart. Een grondige aanpak van het achterstallig onderhoud bleef de afgelopen jaren uit door gebrek aan geld. Maar door het convenant met de gemeente, op basis waarvan alle UT-gebouwen in 2008 moeten voldoen aan strenge bouw- en veiligheidseisen, is een renovatie onvermijdelijk.
Voor de renovatie van het Sportcentrum is ruim vijf miljoen euro beschikbaar. Ligthart: `Dat lijkt een hoop geld, maar het is een kostbare operatie. Een rondje door de zalen maakt een hoop duidelijk.'
De adjunct-directeur is sinds 1969 werkzaam bij het Sportcentrum, lange tijd als basketbaltrainer, en kent het pand als zijn broekzak. `De architecten waren verbaasd over de bouw van de houten sportzaal. Dat was in 1965, waarvoor sloophout werd gebruikt van de bouw van de UT. Dat hout is na veertig jaar écht op: het splintert en er steken spijkers uit. Toch is het een unieke zaal, met een geweldige akoestiek. Ideaal om les te geven. Daarom wordt het op dezelfde wijze herbouwd, met nieuw materiaal uiteraard.'
Zelfs het plafond heeft zijn geschiedenis. Ligthart herinnert zich nog goed dat een jaar of zes geleden een verzakking van drie centimeter werd ontdekt. `Door snel ingrijpen en ondersteunende balken te plaatsen is de boel gered.'
Vanaf 17 mei worden de kleedkamers gestript en nieuw opgebouwd: tegels, ventilatie, sanitair, alles krijgt een beurt. Ligthart: `Die kleedruimtes zijn door de komst van het CIOS met vierhonderd studenten continu in bedrijf. Zie je die schimmel, dat kan zo echt niet langer.'
Het zwembad is een verhaal apart. Voor de bouw ervan werd in 1969 geen (rijks)toestemming gegeven, dus diende de universiteit een vergunning in voor een `roeibak'. Na de feestelijke opening, waar een hoop kano's aan te pas kwamen, werd snel een filterinstallatie geplaatst. `In het plafond van het zwembad zit plastic verwerkt. Bij brand zou dat gaan lekken en dus moet het vervangen worden.'
In Sporthal 1 vormt de ventilatie en temperatuurregeling het grootste probleem. In de winter buigen studenten zich, met jas aan, over hun tentamens, in de zomer is het er veel te warm. Lighart: `Er komt een nieuwe temperatuurregelaar en de nooduitgang krijgt aanpassing. Als je daar vlak bij zit, waai je namelijk weg.' Sporthal 2 voldoet aan de bouweisen; deze zaal dient tijdens de renovatie als opslagruimte.
Jaren geleden werd het Sportcentrum geteisterd door een heuse kakkerlakplaag. `De stenen van deze muren zijn voorzien van zogenaamde Groninger gaatjes en daar kropen die beesten in. Na bestrijding door de gemeente lagen een dag later duizenden kakkerlakken op de vloer. Vervolgens ontstond er een muizenplaag, omdat die de kakkerlakken weer opvraten', dist Ligthart het smeuïge verhaal op.
Ook de klimzaal sluit per 17 mei: nieuwe ventilatie en nieuwe panelen aan het plafond. De wand (ooit aangelegd als zogenaamd kunstwerk) wordt onder handen genomen en krijgt er een extra hoek bij. Een wens om uit te breiden is er eveneens voor de fitnessruimte en het krachthonk, vertelt Ligthart. `Dat zou eventueel kunnen op het terras, direct naast de huidige fitnessruimte. Maar dat is voorlopig nog toekomstmuziek. Nu eerst vervanging van de vloer: de toestellen zijn veel te zwaar voor de huidige ondergrond.'
