Tennekes was jarenlang directeur wetenschappelijk onderzoek bij het KNMI en schreef onlangs een standaardwerk over turbulentie. In een goed gevuld Amphitheater legde de professor uit hoe de vliegkunst werkt, en hoe er met de wetten wordt `gesmokkeld'.
Een fruitvliegje van amper een gram gaat de lucht in, maar een Boeing 747 van driehonderd ton kan ook lange vluchten maken. Gallilei ontdekte een kwadratisch verband tussen snelheid en draagkracht: met tachtig kilometer per uur heeft een albatros vier keer zoveel draagvermogen als een fruitvlieg die een snelheid van veertig kent. Daarnaast zorgen grotere vleugels voor een zwaardere te dragen last.
Tennekes toonde met een grafiek het verband aan tussen kruissnelheid en draagkracht. Bij tien meter per seconde zien we een streep. `Dit staat gelijk aan windkracht vijf. Vogels of insecten die langzamer vliegen moeten heel goed op het weer letten, en dat met zo weinig hersenen.' Tennekes, enthousiast: `Distelvlinders vliegen met minder dan tien kilometer per uur van Marokko naar Denemarken!'
Het onvermogen van mensen om het luchtruim te kiezen is volgens hem goed uit te leggen. `Met vleugels erbij kom je op zo'n honderd kilo, en dus moet je een snelheid hebben van tachtig kilometer per uur. Dat haalt Armstrong niet eens op de fiets!' Met minder snelheid moet je kiezen voor extreem grote vleugels. `In 1977 ging het eerste fietsvliegtuig van slechts dertig kilo de lucht in, met een spanwijdte van dertig meter.' Sommige dieren beschikken over erg kleine vleugels, maar wel veel snelheid. Tennekes: `Zoals de IJslandse meerkoet, die daardoor erg wendbaar is.'