Toch krijgt een nieuwe verkenningscommissie (VIO-2), nu onder supervisie van het college van bestuur, de opdracht om een curriculumvoorstel te formuleren en een onderzoeksparagraaf te schrijven vooruitlopend op een nieuwe beslissing over de meest wenselijke organisatievorm van een IO-studierichting aan de UT.
De reden waarom het WB-bestuur niet warm te krijgen is voor de tijdelijke inbedding van een (op den duur zelfstandige) IO-richting in de faculteit, is volgens onderzoeksdecaan ir. P.H. Vroegop het feit dat deze ingreep een `ongewenste accentverschuiving' in het WB-curriculum teweeg zou brengen.
Vroegop: `Het rapport van de verkenningscommissie heeft de faculteit opnieuw aan het denken gezet over de ontwerpaspecten in onze opleiding. Het ontwerpen op zich speelt in de werktuigbouwkunde een heel belangrijke rol. Iedere werktuigbouwkundig ingenieur krijgt er wel mee te maken. Maar industrieel ontwerpen is een ontwerpactiviteit die zich meer aan de rand van de werktuigbouwkunde afspeelt. Binnen WB zitten we nog met een aantal problemen bij de technische kant van het ontwerpen, terwijl bij IO de nadruk komt te liggen op ergonomische en vormgevingsaspecten. In de faculteit overheerst daarom de mening dat we eerder aandacht moeten besteden aan de technische kant dan aan industrieel ontwerpen, want dat is duidelijk iets heel anders.'
Een en ander leidde ertoe dat het WB-bestuur begin dit jaar besloot om de verkenningscommissie geen vervolgopdracht te geven. Hiermee ging het bestuur in tegen het advies van de VIO die het liefst al in augustus 1990 de eerste studenten had binnengehaald. (…)
