Over en Sluiten

| Redactie

Off day Na drieëntwintig dagen zonder peuk, viel het niet-roken ons afgelopen maandag ineens heel zwaar. Plotseling was de drang naar een pittig trekje nauwelijks meer te bedwingen. Helaas. Collega's waren ons voor en blokkeerden massaal de deur naar het rookplatje. `Doe het nou niet', zei de gezondheidsfreak, appeltje in de linkerhand, worteltje in de rechter. `Bedenk eens wat je met al het geld

Off day

Na drieëntwintig dagen zonder peuk, viel het niet-roken ons afgelopen maandag ineens heel zwaar.

Plotseling was de drang naar een pittig trekje nauwelijks meer te bedwingen.

Helaas. Collega's waren ons voor en blokkeerden massaal de deur naar het rookplatje.

`Doe het nou niet', zei de gezondheidsfreak, appeltje in de linkerhand, worteltje in de rechter.

`Bedenk eens wat je met al het geld kan doen dat je zonder roken uitspaart', zei de gierigaard van onze afdeling terwijl de dollartekens in zijn ogen een dansje maakten.

`Euh? Heel veel sigaretten kopen?'

Ondanks onszelf nieuwsgierig geworden, belden we toch even naar de rabofoon om onze nieuwe financiële situatie als niet-roker te inspecteren.

Meevaller: het januarisalaris bleek gestort te zijn.

Tegenvaller: het salaris was twaalf euro minder dan normaal.

In rokerstaal: drie pakjes sigaretten.

Zwaar chagrijnig fietsten we die middag door het barre winterweer naar huis. De lekke band onderweg kwam niet eens meer als een verrassing.

Thuisgekomen begrepen we het.

Want wat stond daar in de krant? Maandag 24 januari is volgens wetenschappers de deprimerendste dag van het jaar. Combinatie van slecht weer, een schuldenpiek, het mislukken van goede voornemens, het verdwijnen van de geest van Kerstmis en daarbij opgeteld de normale maandagblues.

Een opgelucht gevoel maakte zich van ons meester.

Het lag dus niet aan ons.

Om dat te vieren, staken we een sigaretje op.

Een beter moment om met stoppen te stoppen konden we ons eenvoudigweg niet voorstellen.

Nies

`Hatsjie ...'

`Proost!'

Gewoon een stukje beleefde standaardconversatie. A la:

`Hoi, hoe gaat het?'

`Goed!'

Ken je elkaar wat beter, reageer je uiteraard wat persoonlijker. En eerlijker:

`Hoe is't?'

`Klote!'

Dat geldt ook voor de nies. Niest een goede collega, scheep je die niet af met een onpersoonlijk `Proost.' Meer op zijn plaats is een welgemeend `Nou, nou ...'. Of een bezorgd geïntoneerd `Zo, zo ...'. Gevolgd door het belangstellend informeren naar de algehele fysieke gesteldheid van je kamergenoot.

Ken je elkaar nog beter, dan ken je ook elkaars niesnuances.

Is bijvoorbeeld hatsjie de standaardnies van je naaste collega, weet je dat je pas ongerust hoeft te worden bij een hatsjie-hie. Of een hatsjie-hoe.

Ernstiger is een driewerf hatsjoea van een doorsnee hatsjie-nieser. Dan heeft de proester het zwaar te pakken en en binnenkort zijn naaste omgeving ook.

Is de winterse griepgolf eenmaal voorbij, en zijn de ferme hatsjies, hatsa's, hatsjoes, hadzzzzja's en hatsjepjoets uitgestorven, dan weten we dat we moeten wachten op het begin van het allergieseizoen, dat altijd door hetzelfde collegaatje wordt geopend.

We zien er erg naar uit, naar dat geluid dat duidt op voorjaar in de lucht. Stuifmeel, pollen, stampers, bloemen en bijen. Het is een nies die in het niets valt bij de winterse, waterkoude, snotnat spetterende hatsjie-hies. Het is een klein, fijn, beschaafd, charmant, (volgens sommigen licht-erotisch) elegant, vijfletterig en tweelettergrepig niesje:

`P-tsie.'

Was het er maar weer.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.