Studenten werven achter Münster

| Redactie

Omdat we sinds het ontbijt niets meer gehad hadden, stopten mijn vrouw en ik afgelopen zaterdag ergens halverwege Münster en het Sauerland bij Gasthof Zur Alte Post om een kop koffie te drinken. In veel Duitse cafés is aan de korte kant van de bar op een verhoging een bankje aangebracht van waaruit je mooi het gedoe vóór en achter de toog kunt volgen. Meestal zit daar een eenzaam type langzaam dronken te worden, maar nu was het niet bezet, dus hesen mijn vrouw en ik ons op dat bankje.

Zo hadden we een goed zicht op de Stammtisch waar vier mannen achter hun bier zaten. Ze waren van onbestemde leeftijd en allooi. Midden op tafel stond een mandje grijs Duits brood, een houten bord met een grote bol rauw gehakt en een schaaltje gehakte uien. Af en toe nam iemand een snee brood, veegde daar een klodder gehakt op, strooide er wat ui overheen en propte het met een geroutineerd gebaar tot ongeveer direct in de slokdarm.

Hun conversatie bestond uit de Duitse equivalenten van “`t Is mie toch wa!” “O nie daan?”

We dronken onze koffie, bestudeerden de gehaktverwerkende mannen aan de Stammtisch en grijnsden vriendelijk tegen de waardin als die onze kant op keek. En na een kwartiertje vroegen we of we konden afrekenen.

Dat kon en “Waar we vandaan kwamen?” “Uit Nederland”. “O, daar gaat mijn dochter in september studeren!”. “Zo? En waar dan wel?.” “In Ensjeede; ze gaat daar pedagogiek doen. Ja, ze had gisteren een brief van de Universiteit Twente gekregen dat ze terecht kon en binnenkort ging ze ijverig Nederlands leren dus.” “Want, ziet u, mijnheer en mevrouw, mijn dochter is namelijk gek op zielige kinderen, vroeger al, en wil überhaupt graag mensen helpen met therapie en dat soort dingen en nu had ze in Twente begrepen, haar dochter dan dus, dat ze daar een opleiding hadden die daar nou juist geknipt voor was.”

Normaal vertel ik tegen wildvreemden niet wat voor werk ik doe, maar ik heb het nu toch maar wél gedaan. En haar op het hart gedrukt dat haar dochter toch vooral niet naar Twente moest gaan.

Misschien zouden onze studentenwervers tóch nog eens flink wat aan hun Duits moeten schaven of, misschien nog beter, laat de Duitsers Nederlands leren vóór ze naar de voorlichting komen. Ik ga er tenminste niet vanuit dat iemand van de UT écht heeft staan beweren dat je voor orthopedagogiek en klinische psychologie aan de UT moet wezen!

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.