`De cirkel is rond'

| Redactie

Jan Hoogstad werd eind jaren vijftig opgeleid door - onder meer - campusarchitecten Van Tijen en Van Embden. Nu legt de leerling de laatste hand aan een ingrijpende herinrichting van het terrein waar zijn leermeesters veertig jaar geleden vorm aan gaven. `De cirkel is rond.'


In Erve Holzik, het zenuwcentrum van de UT-Vastgoedgroep, werkt Jan Hoogstad (74) deze middag een reeks besprekingen af. De Rotterdamse architect van het gelijknamige bureau, dat hij - in artistieke zin - samen leidt met Joost Ector, heeft nog steeds zijn handen vol aan het masterplan voor de herinrichting van de campus. Acht jaar geleden begonnen de eerste besprekingen, eind 2008 moet de klus zijn geklaard. Of dit zijn laatste klus is?

`Dit is een buitengewoon ingewikkeld project, waarbij allerlei dingen voortdurend in beweging blijven. De kunst is om daar niet star tegenin te gaan, maar op een hoog abstractieniveau toch stabiele factoren te ontdekken en sublieme oplossingen te vinden. Dat vergt het uiterste aan flexibiliteit en dat houdt je jong. Maar je moet natuurlijk niet verzuimen om er tijdig jongere collega's bij te betrekken.'

Zelf werd Hoogstad opgeleid in de `superrationalistische school' van Van Tijen en Van Embden. Zakelijkheid en functionalisme bepaalden de stijl van de eerste campusarchitecten. `Wat ik met hen gemeen heb is de overtuiging dat een architect zijn inspiratie hoort te halen uit de maatschappij en niet uit zichzelf. Een architect is geen artiest die werkt vanuit zijn eigen emotie en de wereld opzadelt met de droesem van zijn gemoedsbewegingen.'

Als erfgenaam van deze ontwerpfilosofie begon Hoogstad acht jaar geleden aan zijn UT-project met een discussie over de gewenste inhoudelijke en ruimtelijke vormgeving van onderwijs en onderzoek. `Daarin kwam al heel snel `interactie' als sleutelwoord naar boven: het bevorderen van contacten tussen de disciplines, het opheffen van het eiland-denken, zoals dat later ook ingebed is in de onderwijsvernieuwingen en de reorganisatie van faculteiten en instituten. Ik heb me erover verbaasd hoe breed dat idee in alle UT-geledingen is omarmd.'

Het zijn totaal andere uitgangspunten dan Van Tijen en Van Embden hanteerden in hun oorspronkelijke campus layout met strikt gescheiden functies. `Hun bewogenheid heb ik wel geërfd, maar de uitgangspunten voor de ruimtelijke inrichting van de campus zijn nu natuurlijk 180 graden gedraaid ten opzichte van veertig jaar geleden.'

Een compact, gekoppeld gebouwenbestand, met een grote samenhang en mogelijkheden voor multifunctioneel gebruik en toevallige ontmoetingen. Daaraan moet het in aanbouw zijnde Onderwijs- en Onderzoekcentrum (grofweg tussen Zilverling, Langezijds en Horst) voldoen. Hoe het er - qua vormgeving - ook uit gaat zien, want daaraan wordt sinds vorige zomer weer volop gerekend en getekend. Toen werden immers de bestaande plannen drastisch gewijzigd, vanwege veranderde gebruikerswensen, maar ook omdat Hal D (`Matrix') niet meer te redden is en een renovatie van Langezijds te kostbaar wordt.

Tekeningen zijn er nog niet. `We zitten nu, samen met de hoofdgebruikers, midden in het beeldvormingsproces', aldus Hoogstad. Ook van de nieuw te bouwen studentenhuisvesting, waar al jaren sprake van is, zijn nog geen plaatjes beschikbaar. `Ik heb de rode lijnen getrokken waar ze gebouwd kunnen worden: de parkeerplaats bij de campussupermarkt, langs de boulevard, tussen de Bastille en het Sportcentrum en aan de voet van Hogekamp. Ook daarbij streven we naar verdichting en het sparen van groen. Tussen de gebouwen willen we ruimte maken voor woonhoven, met een grote mate van intimiteit.'

Hoogstad is in Twente de laatste jaren kind aan huis. Niet alleen vanwege zijn campusklus: hij realiseerde ook de nieuwe Hengelose schouwburg en werkt intussen alweer aan het cultuurcomplex in Enschede, waarin in 2008 een handvol artistieke organisaties gehuisvest moet worden.

Wat is lastiger: werken met eigenwijze wetenschappers of eigenwijze artiesten?

`Wetenschappers denken meer in relaties, in causale verbanden. Artistiekelingen hebben de neiging om meer in verhoudingen te denken en vertalen werkverhoudingen vrij snel naar persoonlijke verhoudingen. Als ik dat zie gebeuren is het mijn taak om ze daarop te wijzen en uit elkaar te halen. De betrokkenen bij het Muziekkwartier Enschede heb ik een paar dagen in een hotel gestopt, met als hoofddoel elkaars ambities te leren respecteren. Dankzij mijn leeftijd kan ik zo'n proces makkelijker dirigeren, met respect voor en luisterend naar alle spelers.

`Voordeel van mijn activiteiten in deze regio is wel dat ik zo langzamerhand de Tukkers leer kennen. Hoewel kennen een groot woord is, want daar heb ik misschien nog wel tien jaar voor nodig. In elk geval is het koele rationalisme van Van Tijen en Van Embden iets dat eigenlijk niet bij de Twentenaren past: Tukkers zijn meer art deco-mensen, mensen met gevoel voor verhoudingen, behoefte aan geborgenheid en warmte.'

En die krijgen ze op de campus een beetje terug?

`Ik doe mijn best. Hoewel de UT natuurlijk een internationaal en geen Twents instituut is.'

Jan Hoogstad: ….wetenschappers denken meer in causale verbanden… (foto: Arjan Reef)
Jan Hoogstad: ….wetenschappers denken meer in causale verbanden… (foto: Arjan Reef)

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.