Hij studeerde in 1974 als werktuigbouwer af aan de TU Delft. De Twentse campus kende hij tot voor kort alleen van een cursus procestechnologie en een demonstratiepartijtje rugby met zijn Delftse studententeam. Nu zetelt Eric Jan de Widt fulltime op de campus, in een kantoor op de hoogste vloer van de Spiegel. In september volgde hij CvB-lid Willem te Beest op als directeur van de ooit roemruchte holding Technopolis Twente.
In 1985 in het leven geroepen om de toenmalige TH Twente in staat te stellen zich op de private vastgoedmarkt te begeven, was Technopolis jarenlang het toonbeeld van Twentse ondernemendheid. Realisatie van congrescentrum de Drienerburght en het kantorencomplex dat nu de Citadel heet, waren de meest aansprekende wapenfeiten van de holding. Maar op een paar participaties na, kwam daar de laatste jaren niet veel meer bij. Aan De Widt de taak om, als eerste echte fulltime directeur, de lege huls weer te vullen.
Na een 25-jarige carrière in het technisch management bij Akzo Nobel hield De Widt zich de afgelopen vijf jaar bezig met business development bij DSM en was hij verantwoordelijk voor de wereldwijde vermarkting van DSM-technologieën. Een takenpakket dat aansluit bij de aangescherpte doelstellingen van de Techopolis-holding: `kennis, producten en diensten van de UT commercieel exploiteren of de commerciële exploitatie hiervan ondersteunen'. Zo staat het op de website, die nog grotendeels under construction is.
De Widt: `Ik ben bezig een strategiedocument te maken voor de holding. Dat moet daarna nog door het CvB, het UMT en de u-raad goedgekeurd worden. Daar staan onze primaire taken in beschreven en de manier waarop we de financiering denken te regelen. Het deelnemen in bedrijven die gebruik maken van UT-kennis kan op de langere termijn aardig wat opleveren, maar wil je op de korte termijn ook inkomsten genereren, dan zul je moeten denken aan het vermarkten van een aantal UT-diensten. Welke dat zouden kunnen zijn, en waar de grens ligt met de maatschappelijke taak die je als universiteit nu eenmaal ook hebt, proberen we nu zo goed mogelijk te beschrijven.'
Een belangrijke Technopolis-taak is volgens De Widt in elk geval het ontwikkelen van accelerators op de campus. De bedoeling is dat een accelerator (meestal één functionaris in een aparte BV) UT-kennis en -technologie uitvent bij bedrijven. Of omgekeerd: vragen vanuit de markt op de juiste plek binnen de UT neerlegt. Resultaat moet in elk geval zijn het versneld tot stand brengen van product-markt-combinaties. De activiteiten van de accelerator (binnen het biomedisch UT-instituut BMTI is er al één operationeel, bij Mesa+ wordt eraan gewerkt) worden behalve door gefinancierd door technopolis, het Innofonds en investeringsmaatschappij Reggeborg. Ook de provincie en de gemeente Enschede doen een duit in het zakje, in het kader van de gezamenlijke ontwikkeling van het Kennispark op en rond de campus. Bedoeling is overigens dat De Widt per 1 april ook het directeurschap van dit project op zich neemt.
Hoe meer bedrijvigheid er uit UT-kennis voortvloeit hoe liever het hem is, maar De Widt wil wel af van het woud aan ad-hoc-regelingen die er nu bestaan voor UT-deelnemingen in spin offs. `Er moet één duidelijk basisregeling komen waarin bijvoorbeeld ook de positie goed geregeld is voor medewerkers die met een idee of product vanuit de UT de markt op willen. Ik kan me voorstellen dat bij de bedrijven waarvan Technopolis aandeelhouder is, de eerste drie jaar een overgangsfase is, waarbij de UT-medewerker deels voor de UT en deels aan zijn bedrijf werkt. Maar na die drie jaar zal zo iemand moeten kiezen: in UT-dienst blijven of fulltime ondernemer worden.'
Aan de gevel van de Spiegel, ter hoogte van De Widts kantoor dat uitkijkt op de campus èn het business & science park, hangt sinds eind november het levensgrote UT-logo, compleet met de ondertitel `ondernemende universiteit'. Een betere werkplek kan de technopolis-directeur zich niet wensen, zou je zeggen. `Als ik op de UT om me heen kijk', relativeert De Widt, `lijkt het me meer een universiteit van ondernemers dan een ondernemende universiteit. Hoogleraren hebben veel gemeen met ondernemers: ze dulden geen baas boven zich, zijn ondernemend in hun eigen domein, halen geld binnen en verkopen hun kennis. Maar door die verzameling individuele ondernemers krijgt de organisatie ook iets van een anarchie. Ik denk dat het goed is om van de universiteit meer een onderneming te maken dan een verzameling ondernemers.'
Hardop denkend filosofeert De Widt verder: `Ik zou wel eens uitgezocht willen hebben wat de kansen zijn van de UT als private onderneming, vergeleken bij de huidige situatie waarin onderwijs en onderzoek grotendeels door de overheid worden gefinancierd. Hoeveel compensatie voor de overheidsfinanciering kun je vinden in de tweede en derde geldstroom? Ik ben dan wel geen onderwijs- of universitair deskundige, maar ik vraag me af waarom dat niet zou kunnen. Zeker nu je ziet dat grote bedrijven steeds meer worstelen met hun research-organisatie en steeds meer fundamenteel onderzoek aan het afstoten zijn. En waarom zou een commerciële universiteit geen eerste geldstroom binnen kunnen halen: dat kunnen particuliere scholen in het basisonderwijs toch ook?
`Het gekke is eigenlijk dat we nu nog veel UT-ondernemendheid in de holding parkeren, terwijl de uitdaging er volgens mij in zit om de hele UT ondernemend te maken.'
Eric Jan de Widt: `Door die verzameling individuele ondernemers krijgt de UT iets anarchistisch' (foto: Arjan Reef)