Vanuit de universiteit moeten mensen meer vernieuwende technologiebedrijven opzetten, vindt het ministerie van Economische Zaken. Met de Subsidieregeling Infrastructuur Technostarters (SIT) wil het departement de universiteiten aanmoedigen zogenaamde 'incubators' of 'broedplaatsen' op te richten. Technostarters krijgen er ondersteuning en bedrijfsruimte.
De beoordelingscommissie, onder leiding van voormalig STW-directeur Leo Halvers, had echter flinke kritiek op de SIT. Daarom besloot zij tot een ongebruikelijke zet: niet al het beschikbare geld is toegewezen. Meer dan de helft van het budget is over en blijft staan voor de tweede ronde.
De Universiteit van Twente, de Vrije Universiteit en de Erasmus Universiteit Rotterdam krijgen respectievelijk 760 duizend, 1,2 miljoen en 2,1 miljoen euro. Het totale budget van de regeling bedraagt voor de komende jaren 40 miljoen euro.
In juni van dit jaar schreef een interdepartementale onderzoekscommissie dat er te veel verschillende subsidieregelingen voor technostarters zijn. De overheid wil het aantal regelingen daarom 'stroomlijnen' en liefst terugbrengen tot één regeling voor alle subsidies.
Het komende kabinet moet over de nieuwe regeling beslissen. Daarom is nog niet duidelijk wat de stroomlijning precies voor universiteiten zal betekenen.
Dat de Universiteit Twente zo veel minder geld heeft gekregen dan de anderen, heeft volgens een woordvoerder te maken met de regeling. 'Wij hebben alleen subsidie gevraagd voor de begeleiding en de huisvesting. Hulp bij het maken van een businessplan hebben we niet in de plannen opgenomen, want daarvoor kent de regeling te weinig geld toe.'