Hij is net terug uit Lissabon, waar hij heeft gepraat over project-onderwijs. Nu is dat toevallig geen ECIU-partner, maar Peter Powell bezoekt veel méér universiteiten dan de elf die in het netwerk van innovatieve universiteiten zitten. Na zijn afscheid als opleidingsdirecteur bij Werktuigbouwkunde - daarvoor was hij hoogleraar ontwerpen in kunststoffen - werd hij consultant in 'innovation in engineering education' en ging op reis. Onder meer naar de elf ECIU-partners, voor het project 'web-supported learning'.
'We noemen het met nadruk 'web-supported' en niet 'web-based'. Dat laatste voert veel verder en is eigenlijk onafhankelijk van het contact met de docent. Persoonlijk geloof ik niet in een zo ver doorgevoerde vorm for first year students. Bovendien is het kostbaar, en als je het op Europese schaal zou willen doen, moet je veel meer drempels nemen. Daarom zijn we begonnen met de variant waarin het web ondersteuning biedt, naast contact met de docent. Via datzelfde web, maar ook persoonlijk.'
Waarom op Europese schaal?
'Bij de bezoeken heb ik gemerkt dat er veel animo is om mee te doen. Als partners lopen we deels tegen dezelfde problemen aan. Willen we bestaande vakken grondig vernieuwen of nieuwe vakken ontwikkelen, dan kunnen we elkaars kennis goed gebruiken. Overal in Europa zie ik bijvoorbeeld vragen rond de aansluiting tussen school en universiteit. Overal zie ik ook problemen met de doorstroming, problemen met massa-onderwijs. De voortgang in het eerste studiejaar, daar hebben we echt niet alleen in Nederland problemen mee.'
In de ideale situatie zouden studenten in Twente dus, via hun eigen TeleTOP, toegang kunnen krijgen tot studiemateriaal in pak-weg Aveiro of Aalborg. Misschien zit de leerstof voor het ene vak wel primair in Twente, die voor het andere in Denemarken?
Powell: 'Als je dat hebt bereikt, kun je spreken van een heel efficiënte manier van werken en kennis delen. Maar het is niet zo dat we een log gemeenschappelijk systeem willen invoeren. Elke universiteit geeft er haar couleur locale aan met een eigen elektronische leeromgeving of commercieel pakket. Dat moet je niet proberen uniform te krijgen. We gaan het dus platform-onafhankelijk opzetten.'
Is dat voor de docent niet een enorme extra belasting?
'In het begin is het natuurlijk zoeken naar de juiste vorm en inhoud. Maar vergeet niet dat we nu, ieder voor zich, veel energie steken in vakken die in wezen hetzelfde zijn. De geïnvesteerde tijd gaat zich terugverdienen doordat we succesvolle ideeën kunnen 'poolen', onderwijsvoorbeelden uit andere landen en culturen kunnen gebruiken én we niet op elf plaatsen tegelijk het wiel proberen uit te vinden.'
Enig scepsis is op z'n plaats bij dit soort exercities. Tot nu toe hebben ECIU-initiatieven nogal eens te maken met verschillen in regelgeving en toelatingseisen. Gemeenschappelijke Master-opleidingen lopen daar bijvoorbeeld tegenaan. Sommige opleidingen leiden daardoor een slapend bestaan. De best lopende opleiding is eigenlijk Industrial Design and Manufacturing die Twente samen met Dortmund heeft opgetuigd, en die dit jaar twaalf nieuwe studenten kon verwelkomen. Reserves en terughoudendheid waren reden voor Powell om niet alleen met de bestuurders van de universiteiten te praten, maar ook nauwlettend te luisteren naar de wensen in de organisatie zelf: het helpt als de universiteiten samen iets hebben besloten, het helpt nog meer als dat in belangrijke mate 'bottom-up' is gebeurd.
Daarom toog Powell met een praktische insteek op pad. 'Sommige gesprekspartners reageerden verbaasd dat ik als consulent kwam en de zaken heel 'down-to-earth' benaderde. Verreweg de meeste arrangeerden snel een aantal afspraken op hun universiteit. Joensuu, in Finland bijvoorbeeld was er heel snel bij. Bij slechts een enkeling moest ik er echt aan trekken.'
Inmiddels zijn, op basis van het businessplan dat Powell heeft afgeleverd, vier pilots gestart. Er wordt een model-cursus ontwikkeld, er wordt gekeken naar de aansluiting school-universiteit en ook gestreefd naar een master's module. Aan de UT is het Dinkel-instituut betrokken bij het project.
Powell stuitte, tot slot, op een opmerkelijk gegeven: 'Toen we keken naar de academische jaarplanning bij alle partners, bleken er in een jaar slechts elf weken te zijn waarin alle studenten tegelijk college volgen!'
Powell ziet er wel muziek in
In vrijwel alle steden bezocht Powell, puur uit hobby, de plaatselijke dom of kathedraal. Als fervent orgelliefhebber bespeelt hij graag de grote orgels in Europa. In Lissabon bleek het orgel van Nederlandse makelij, in Göteborg trof hij een splinternieuwe kopie van een achttiende-eeuwse Schnitger en ook Joensuu had een prachtig nieuw exemplaar.' Muziek ziet Powell dus ook letterlijk in het project. Daarnaast komt in het voorjaar een boek uit dat hij samen met Wim Weenk heeft geschreven over project-gestuurd onderwijs. Zijn ervaringen bij Werktuigbouwkunde en elders zijn daarvoor de basis.
ECIU, netwerk van elf universiteiten
De ECIU (European Consortium of Innovative Universities) is een netwerk van elf universiteiten in Europa, tot voor kort onder voorzitterschap van UT-rector Frans van Vught. Twente, Dortmund, Hamburg-Harburg, Aveiro (Portugal), Barcelona, Chalmers (Zweden), Strathclyde (Schotland), Warwick (Engeland), Aalborg (Denemarken), Joensuu (Finland) en
Compiègne: universiteiten die ondernemingszin, vaak jeugdige leeftijd en betekenis voor de regio gemeenschappelijk hebben. ECIU heeft twee associate members, in Hong Kong en Monterrey (Mexico).
www.eciu.org
Wiebe van der Veen
Peter Powell
![]()