De toespraak van de demissionaire staatssecretaris was op video te volgen tijdens het symposium dat de UT afgelopen vrijdag aan Technische Geneeskunde wijdde. Voordat Nijs een finale uitspraak doet over het starten van de opleiding, zal zij de adviezen die de Adviescommissie Onderwijsaanbod (ACO) en een expertgroep van Volksgezondheid (die kijkt naar het beroepsprofiel) nog deze maand uitbrengen, samen met de minister van VWS 'heel grondig bestuderen'. 'De adviezen zullen we zonodig nog met Twente doornemen'.
De wachtlijsten in de zorg dreigen volgens Nijs 'van een hoofdpijndossier een echte hevige migraine' te maken. Maar dat probleem kan volgens haar niet alleen opgelost worden door meer klassieke artsen op te leiden: 'Het gaat niet alleen om meer, het gaat ook om anders.'
Aan de uitbreiding van de opleidingscapaciteit voor basisartsen wordt al flink getrokken, rekende Nijs voor: afgelopen september is die uitgebreid met 16 procent (tot 2550 eerstejaars) en de bedoeling is dat de instroom volgend jaar nog eens met 250 studenten wordt verhoogd.
'Maar, meer artsen is alleen niet genoeg.' Het moet ook anders: 'We moeten ook ruimte bieden aan vernieuwing,' aldus Nijs. 'Het interessante van het plan van Twente is dat het zich richt op de sectoren in de zorg waar technologisch handelen voorop staat. Veel diagnostische en therapeutische handelingen hebben immers een sterk technologisch karakter en dit zal alleen nog maar toenemen. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan beeldvormende technologie, signaalverwerking, orgaanvervangende en orgaanondersteunende technologie, en de minimaal invasieve chirurgie. Hierdoor zullen de praktijk en de structuur van de gezondheidszorg in de komende tien, twintig jaar ingrijpend veranderen. Het opleidingsaanbod moet daar dus tijdig op anticiperen. En Twente heeft die uitdaging aanvaard.'
Nijs erkende dat er fans en sceptici zijn de Twentse plannen, 'zoals dat met iedere doorbraak wel het geval is'. 'Maar beide zullen hetmet mij eens zijn dat er in korte tijd imponerend werk is verricht.'
Met het ontwikkelen van deze nieuwe technisch-geneeskundige discipline, die 'belangwekkende perspectieven gaat bieden voor bijvoorbeeld de chirurgie, de radiologie, de orthopedie en de cardiologie' loopt Nederland volgens Nijs internationaal voorop. De nieuwe professionals die die discipline voortbrengt, vormen een welkome aanvulling 'met een groot maatschappelijk belang.'