Het probleem is dat de moderne wetenschap is geworteld in het christendom. Alle wetenschap komt uit het klooster. Toen de Romeinen zich het christendom toeëigenden (bekeren is het juiste woord niet), werd de taal van de Romeinen de taal van de Kerk. En daarmee ook de taal van de wetenschap. Dat is vele eeuwen zo gebleven. Nog steeds zijn er kinderen die op het gymnasium latijn leren. Historici die ons verzet tegen de Romeinen in kaart trachtten te brengen, bedienden zich dus van de taal van de vijand. En meestal baseerden ze zich ook op de geschriften van de vijand. Ik kan me betrouwbaarder bronnen voorstellen.
Wanneer een centurion in een brief aan zijn keizer melding maakte van een veldslag, dan was dat omdat hij die gewonnen had. Hij hoopte in aanmerking te komen voor een beloning. Zou hij melding maken van verliezen, dan wachtte hem bij terugkomst in Rome een finale veldslag in de arena. Van ons heldhaftige verzet valt dus logischerwijs niets terug te vinden in de Romeinse annalen.
Door de jaren heen zijn er tal van bewijzen boven de grond gekomen die onze orale geschiedschrijving bevestigen. Maar die zijn helaas nooit op hun juiste waarde geschat. Net als de Galliërs bekogelden wij de Romeinen met grote keien. Toen in Drenthe een aantal complete wapenarsenalen werden blootgelegd, werden deze echter afgedaan als grafmonumenten. Welnu, de enige die het leven lieten onder deze stenen waren de Romeinen.
Door nieuwe opgravingen bij De Meern vinden onze heldendaden eindelijk erkenning. Archeologen gaan er nu vanuit dat de Romeinen langs de Rijn, dat is de noordgrens van hun rijk, om de duizend meter een wachttoren hadden opgetrokken, waarin ze nooit rustig hebben kunnen slapen. En dat is dan nog maar een deel van de waarheid. Mij is verzekerd dat de Romeinen ons zo vreesden, dat ze ook zelf de Rijn hebben gegraven. Als een soort slotgracht. Mijn voorvaderen hebben dat glunderend toegelaten. Zo'n rivier kon altijd nog weleens van pas komen.