Eens in de zoveel tijd duiken ze weer op, de plannen om studiepunten uit te delen voor activisme. In het UT-Nieuws van 24 oktober was het weer raak: Ernstjan van Doorn en Dick van Rijn wijdden namens de fractie KPS-Utemp-Cabaal een ingezonden brief aan dit idee.
Ik moet zeggen, op het eerste gezicht klinkt het ook erg mooi: aan de ene kant is er een schreeuwend tekort aan studenten die actief willen worden, aan de andere kant is er een ondernemende universiteit die haar studenten iets meer wil bijbrengen dan alleen het oplossen van een differentiaalvergelijking. Tel dit bij elkaar op en je lijkt haast onherroepelijk uit te komen bij studiepunten voor activisme en minors bestuurswerk.
Als je er echter wat langer over nadenkt, kleven er toch wel wat bezwaren aan het plan van de fracties. Zo hekelen ze het in hun ogen vreemde beleid van de universiteit: aan de ene kant activisme belangrijk vinden, aan de andere kant slechts wat afstudeermaanden en een enkele vergoeding er tegenover stellen, zodat - zo stellen de schrijvers - de student actief moet zijn in zijn eigen tijd.
Hoezo actief in eigen tijd? De universiteit stelt toch afstudeermaanden en vergoedingen beschikbaar? De actieve student krijgt dus wel degelijk compensatie voor de verloren tijd. In mijn ogen toont de universiteit op die manier dat ze wel degelijk waardering heeft voor studentbestuurders en -actievelingen.
Verder loop je het risico dat je met studiepunten verkeerd gemotiveerde mensen aantrekt. De fracties zijn daar echter niet zo bang voor: een minor activisme is immers niet even snel een 'bestuurtje doen' en dan 14 SP opstrijken. Maar als je bestuurswerk voor 14 SP naast 14 weken zwoegen in de collegebanken legt, dan kan ik me voorstellen dat er een aantal mensen is dat dat in een keer een stuk aantrekkelijker vindt. En natuurlijk, veel studenten die nu actief zijn, zullen dat niet louter en alleen uit liefdadigheid doen; het zal zeker meespelen dat bestuurswerk bijdraagt aan hun persoonlijke ontwikkeling. Hier is ook helemaal niets mis mee: zie het als een kleine compensatie voor de energie die iemand in zijn of haar vereniging stopt. Zolang er maar geen grote beloning - bijvoorbeeld in SP's, of in geld - tegenover staat, houden persoonlijke en altrustische motieven om actief te worden elkaar mooi in evenwicht.
Tenslotte, en dat vind ik zelf het allerbelangrijkste: bestuurswerk is vrijwilligerswerk! Ga je mensen belonen voor de tijd en energie die ze steken in hun vereniging, dan verlies je een deel van de essentie van activisme. Het is misschien makkelijk te vergeten in deze Intermediair HiPo-tijden, maar het is ook mogelijk iets te doen voor anderen zonder dat je er direct iets voor terug krijgt. Laten we dat alsjeblieft zo houden en zoeken naar andere middelen om hetactivisme te stimuleren!
Fedde van der Lijn