Cultuur

| Redactie

In de intro van 1998 werd het begin gemaakt. Edwin Dertien zat achter de piano, hij maakte muziek met Gijs van Oort. In de hal van de Vrijhof zongen ze samen met Wietse Balkema en twee anderen voor het eerst gezamenlijk een nummer. 's Avonds op het terras van de Vestingbar besloten ze ermee door te gaan.

De vijf heren van 'Drienerlalala'

Gijs: 'Vanuit het niets bestonden we binnen een minuut.' In het begin heette de groep 'Teatime'. Op een gegeven moment waren er zo veel nieuwe leden, dat het tijd werd voor een nieuwe naam. Dat werd 'Drienerlalala.' Balkema legt het eenvoudig uit: 'We zijn in Drienerlo en doen lalala.'

Het gewissel van leden heeft een nadeel. Balkema vindt het jammer dat bekende nummers steeds opnieuw ingestudeerd moeten worden: 'Als iedereen alles kent let je niet op de nootjes, maar kun je echt muziek gaan maken.' Toch is er weer een nieuw lid nodig: een tenor ontbreekt nog. Belangrijk is dat hij muzikaal is en een geschoolde stem heeft. Ook moet hij een goed gehoor hebben. Balkema: 'Als wij twee noten zingen, moet hij de derde erbij kunnen zingen.' Daarom is samenspeelervaring erg nuttig. Zo'n klein groepje heeft natuurlijk ook zijn voordelen. Je hoort het meteen als je het fout doet en iedereen is belangrijk. 'Je hebt een stukje vrijheid in de muziekkeuze en je bent op je eigen niveau bezig,' vindt Balkema.

Leuk detail is dat Edwin, Gijs en Wietse volgens eigen zeggen multi-instrumentalisten zijn: ze spelen alles wat ze tegenkomen. Dat muzikale zit er dus wel in, hoewel ze - op een na - geen zangles hebben. Wel zijn ze gemotiveerd om zelf op de zangtechniek te letten. Eenmaal hebben ze een repetitieweekend gehad met Drienerlalala. Van Oort vindt dat op dat soort momenten het voordeel van a capella-zingen (zonder begeleiding dus) naar voren komt: 'We konden overal zingen, in douchehokjes en 's nachts onder een lantaarnpaal.'

De groep bezocht ook een muziekpedagoge. Die gaf tips voor de techniek en ideeën hoe je een optreden op kunt bouwen, een soort bandcoaching. Balkema: 'Of we onszelf als band zien? We zijn geen koortje.' Van Oort is het hier roerend mee eens. 'Wij zijn zeker een band. We doen vaak met onze stem instrumenten na.' Balkema is vooral goed in de bas, Dertien in drum en Van Oort is gespecialiseerd in zijn trompetsolo. 'Als je het goed doet, is het niet van echt te onderscheiden,' aldus Van Oort.

Balkema vertelt dat ze complete drum'n base beats kunnen nadoen.'We zongen bij de afsluiting van de culturele avond van de IK 2000 'Bombtrack' van 'Racing against the machine.' Dat is een nummer waarvan je zou denken dat het niet a capella kan.' Van Oort: 'Wij kunnen die hoop herrie wél maken.'

Het repertoire van de groep is afwisselend en swingend. In principe zingen ze altijd popliedjes, gearrangeerd door Van Oort. Hun leukste optreden was nog onder de naam Teatime. Gezamenlijk waren ze naar een optreden van de Montezuma's geweest, bekend in a capellaland. Na afloop spraken ze de Montezuma's aan, waarop die aan Teatime vroegen om een stukje voor hen te zingen. Maar ook die keer tijdens de eerste Pythische Spelen in het Theatercafé was leuk. Balkema: iedereen kwam speciaal voor het podium zitten en riep na afloop 'We want more!'


'Drienerlalala' in actie.


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.