Filosofe Smits bezweert technologische 'monsters'

| Redactie

Technologische vernieuwingen roepen vaak tegenstrijdige reacties op. Of je het nu hebt over genetisch gemodificeerde voeding, plastic of kernenergie, de reacties in de samenleving staan vaak lijnrecht tegenover elkaar. Waar de één xenotransplantatie ziet als hét redmiddel voor de toenemende stroom hartpatiënten, wijst de ander het af als verval van onze beschaving. Een culturele patstelling.

'Nieuwe technologie kan zich voordoen als een dubbelzinnig fenomeen', zegt ingenieur en filosofe Martijntje Smits. 'Dit kan je vergelijken met de manier waarop primitieve volken hun 'monsters', zeg maar hun afwijkingen van de culturele orde benaderen - of als heilig, of als onrein'. Hoe we als samenleving moeten omgaan met nieuwe technologieën legt Smits uit in haar proefschrift, getiteld 'Monsterbezwering. De culturele domesticatie van nieuwe technologie'.

In haar boek biedt de promovenda een verklaring voor de patstelling die ontstaat bij sommige technologische innovaties. Tevens schetst ze een mogelijke manier van omgaan met deze culturele impasse. Vrijdag 8 november zal Smits haar proefschrift verdedigen, onder toeziend oog van promotor Hans Achterhuis.

'Een voorbeeld van een primitief monster is de 'pangolin': hij heeft schubben als een vis, terwijl hij in bomen kruipt als een vogel, het is een zoogdier maar hij lijkt op een grote hagedis.' Verklaring? Smits: 'Het dier valt buiten het eigen categorieënstelsel van de Lele, een traditioneel volk uit Afrika. Hij botst met de symbolische orde en wordt dus als monster beschouwd.'

Smits stelt dat er in de huidige samenleving ook dergelijke monsters bestaan, de monsters van de technologische vernieuwing. 'Verschillende categorieën zie je ook hier door elkaar lopen. Daarom stroken ze niet met de bestaande culturele orde van onze samenleving.' De Twentse promovenda noemt als voorbeeld xenotransplantatie. 'Op drie manieren zie je hier vermenging van categorieën: het dierlijke varkenshart gaat in de mens, het dode hart gaat in het levende lijf en het levende organisme mens wordt gerepareerd als ware het een machine. De verhouding tot de bestaande orde wordt dus op drie manieren doorbroken.'

Het traditionele monster werd volgens cultureel antropologe Mary Douglas, een inspirator van Smits, op twee manieren benaderd: of men verklaarde het monster heilig, of het was volstrekt onrein. Volgens Smits zie je deze reacties ook bij de technologische monsters optreden. 'Of men omarmt de technologische innovatie in volle euforie, of men bant het stelselmatig uit.' Volgens Smits is er ook een derde reactie: de 'monsteraanpassing'. 'Deze reactie zie je bijvoorbeeld in de geschiedenis van het plastic. Toen de gevaren van plastic voor het milieu bekend werden, ontwikkelde men het biologisch afbreekbare plastic. Daarmee werd het monster aangepast aan de wensen van de samenleving.'

Maar ook met deze reactie is Smits niet tevreden. Ze pleit in haar proefschrift dan ook voor een vierde: een pragmatische aanpak van het monster, die inhoudt dat ook de bestaande culturele categorieën kunnen worden aangepast. 'De culturele categorieën kan men verschuiven, een andere inhoud geven zodat de technologie er beter in past.' Als voorbeeld noemt Smits de invoering van het begrip hersendood. 'Door de invoeringvan dat begrip, als variant op de natuurlijke dood, werd orgaantransplantatie mogelijk, omdat er nu niet langer sprake was van moord.'

Smits noemt vele voorbeelden in het toegankelijk geschreven proefschrift. 'Ik houd van een empirische benadering', zegt ze. Volgens haar moet filosofie zich bezig houden met het analyseren van actuele vraagstukken en daaraan nieuwe gezichtspunten bieden. Daarin volgt ze de stijl van haar promotor Achterhuis. 'Ik denk dat studenten het prima kunnen lezen. De plaatjes in het boek zijn voor een filosofisch proefschrift ook vrij ongebruikelijk. Het mooiste plaatje is toch wel 'de omarming van het monster', een tekening van het vijfjarig zoontje van de filosofe die haar gedachten onbewust zo treffend heeft neergezet.

Voor wie het boek wil kopen: Na 8 november, de dag van de promotie, ligt het in de boekhandel op de campus.

Bram Borkent


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.