De presentatie van de onderzoeksvisitatie chemie is door Ed. d'Hondt uitgesteld. De VSNU-voorzitter besloot tot deze ongebruikelijke stap om het systeem van visiteren ter discussie te stellen.
Directe aanleiding zijn protesten van de Universiteit Utrecht en de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verwijten de visitatiecommissie onder voorzitterschap van F. Bickelhaupt, emeritus-hoogeleraar aan de Universiteit van Amsterdam, 'ondeskundigheid' op het gebied van biochemie. Een te lage beoordeling van het chemie-onderzoek aan beide universiteiten zou het gevolg zijn.
Het visitatiesysteem komt aan de orde bij de eerstvolgende VSNUvergadering, op 15 november. D'Hondt benadrukt dat de uitkomsten van de onderzoeksvisitatie chemie (waaronder dus ook die van Chemische Technologie van de UT, red.) niet meer voor discussie vatbaar zijn, omdat de betrokken universiteiten de samenstelling van de commissie-Bickelhaupt in een eerder stadium hebben gefiatteerd.
Omdat dit soort protesten bepaald niet nieuw is, wil d'Hondt de procedure voor toekomstige visitaties ter discussie stellen. Kunnen universiteiten zich bij toekomstige visitaties beroepen op ondeskundigheid van de commissies? Of moeten ze gewoon niet zeuren als het oordeel tegenvalt?
Eerstejaars
'Ik vroeg me af of het om een college voor eerstejaars ging, of om een deskundigenbeoordeling', blikt Rien de Bie van de Utrechtse scheikundefaculteit terug op de gesprekken met de commissie-Bickelhaupt. Ook was hij niet blij met de wijze waarop de commissie omsprong met de zelfbeoordeling, en de wijzigingen die Utrecht graag in de eindversie had gewild.
Helemaal verbaasd is De Bie dus niet over de uitkomst van de visitatie. 'In de commissie zitten geen mensen met een specifiek biochemische achtergrond. Mensen met kennis van ons vakgebied weten onze prestaties beter op waarde te schatten. Dat blijkt wel uit peer-reviews en het aantal citaties en uitnodigingen voor presentaties dat ons ten deel valt.'
'Normaal gesproken zouden we deze gang van zaken op zijn beloop hebben gelaten, ware het niet dat de RuG soortgelijke bezwaren heeft', vervolgt De Bie. De Groningse universiteit wil zelf niet op de kwestie ingaan. De VSNU bevestigt wel dat B. Hessen namens RuG tegen de uitkomsten van de onderzoeksvisitatie chemie heeft geprotesteerd.
Het visitatierapport over het chemie-onderzoek had op 22 oktober naar buiten moeten komen en beloofde in het algemeen goed
nieuws over de kwaliteit. De onderzoeksprogramma's liggen in overgrote meerderheid ruim boven het gemiddelde wereldniveau en ze leveren belangrijke bijdragen aan de internationale voortgang bij chemie-onderzoek en toegepaste chemie.
Daling
Zorgen zijn er over de studenteninstroom. De gestage daling van de animo is in eerste instantie een bedreiging voor het chemie-onderwijs aan de universiteiten. Op den duur zullen ook het wetenschappelijke chemie-onderwijs en de chemische industrie er hinder van ondervinden. De sector moet vanwege het tekort aan goed tijdelijk personeel steeds vaker een beroep doen op het buitenland.
De opdrogende instroom betekent ook een gevaar voor de financiering van de chemische afdelingen van de universiteiten. Het vrije fundamentele onderzoek komt hierdoor onder druk te staan. De visitatiecommissie heft een waarschuwende vinger: ofschoon opdracht-onderzoek onder deze omstandigheid een verleidelijke optie is, moeten de universiteiten er voor waken dat het fundamentele onderzoek hierdoor niet nog verder in gevaar komt.