In de jaren zeventig geloofden we in de maakbare samenleving. Voor ieder schoon ideaal werd in Den Haag een pot geld leeggekieperd. (Zelfs al was dat geld er niet, dan werd het nog besteed. Als het ideaal eenmaal bereikt was, zou het veelvuldig worden terugverdiend.) Eén van die idealen was de vrouwenemancipatie. De Hollandse huisvrouw moest achter het fornuis vandaan. Dus iedere gemeente kreeg een bom duiten om dat te bewerkstelligen. Maar wat doe je als verantwoord bestuurder met dat geld?
Mijn moeder was lid van de kaka, afkorting van kakelclub, toentertijd gespeld als klub. Een groepje vrouwen dat elke drie weken bijeen kwam om te kletsen over van alles en nog wat. De wethouder met het emancipatiegeld brandend in zijn portefeuille zag daar wel wat in. Of de dames geen subsidie konden gebruiken? Nou, dat konden de dames wel. Daar konden ze mooi de koffie mee betalen. En misschien kon er dan ook nog wel een glaasje sherry vanaf. Maar die koffie en sherry schonken de dames zelf, dus dat was weinig geëmancipeerd. Of ze niet wat anders konden verzinnen?
Ach, zei mijn moeder, we moeten ergens over kakelen, en we houden allemaal van lezen, dus laten we in het vervolg over boeken gaan kakelen. Dan betaalt de gemeente de boeken. En zo geschiedde. De dames kregen (het geld moest op) gezelschap van een beroeps kakeltante van de bibliotheek en kakelden vrolijk voort. En denk daar niet te licht over. Het was gedegen literatuur wat de dames bespraken. Ik heb het zelf op het vwo op mijn eindlijst Nederlands gezet. (Mijn moeder had de uittreksels.) Dus dat emancipatiegeld is goed besteed. Doordat de vrouwen in het dorp gingen lezen, zijn hun kinderen gaan studeren.
Of verdoezel ik zo de feiten? Voor de komst van de subsidie lazen de kakeltantes al. Althans de meesten. En die dat niet deden zeiden bij de intrede van de boekenlijst de kakelclub gedag. Zij keerden terug naar het fornuis. En misschien waren dit nou wel precies de vrouwen die, in de ogen van de idealisten, het nodigst geëmancipeerd dienden te worden. Zo bezien heeft de overheid voornamelijk water over de oase uitgegoten. Toen, en later weer. De boeken van mijn moeder zijn niet veel anders dan de zwem- en fietslessen van de moslima's. Des te serieuzer de aanpak, des te groter het aantal afhakers. Laat ze maar kletsen, zou weleens de effectiefste politiekkunnen zijn.