'Jammer, maar ach, ik ben niet gebakken aan het voorzitterschap'

| Redactie

De universiteitsraad heeft sinds dinsdag een nieuwe voorzitter: KPS'er Geerten Schrama neemt de functie over van partijgenoot Dick Meijer, die de laatste viereneenhalf jaar de voorzittershamer hanteerde. Meijer doet - niet geheel vrijwillig - een stap terug, maar blijft in de raad actief als fractievoorzitter van de grootste raadspartij, KPS/Cabaal/Utemp.

De raadsverkiezing in juni leek Meijer nog in een comfortabele positie te brengen voor een geruisloze verlenging van zijn voorzitterschap. De lijstverbinding KPS/Cabaal/UTemp haalde - met Meijer als lijsttrekker - negen van de achttien raadszetels binnen; zeven van de negen beschikbare medewerkerszetels belandden in handen van de KPS c.s.

De verlenging van Meijers voorzitterschap bleek echter voor de andere twee raadspartijen niet acceptabel. Democraten Drienerlo (twee zetels) en studentenpartij UReka (zeven zetels), samen goed voor de andere helft van de raadszetels, kwamen met een eigen kandidaat. De stemmen dreigden met 9 tegen 9 te staken omdat Meijer geen optie was voor het blok DD-UReka en de alliantie van KPS/Cabaal/UTemp niets wilde weten van een studentvoorziter of onafhankelijk voorzitter, zoals DD en UReka bepleitten. Daarop trok Meijer zich terug, waardoor de verkiezing van partijgenoot Schrama mogelijk werd.

Daarmee komt een einde aan het voorzitterschap van Meijer, die in 1998 aantrad toen het hoogste medezeggenschapsorgaan nog Centrale Ondernemingsraad heette.

Teleurgesteld?

'Ach, ik ben niet gebakken aan het voorzitterschap. Persoonlijk vind ik het jammer, maar dat komt meer door het moment waarop. Dat er mensen zijn die - al of niet om partijpolitieke redenen - niet met mij als voorzitter verder willen, accepteer ik als een politiek feit, hoezeer ik het ook met hen oneens ben. Mijn partij blijft overigens van mening dat het een miskenning is van de verkiezingsuitslag.'

Wat is er mis met een student als voorzitter?

'We zitten midden in een reorganisatieproces en de raad heeft behoefte aan een voorzitter met veel ervaring en goede contacten. Op dit moment moet je een student het voorzitterschap niet aan willen doen. Ik sluit niet uit dat een student, die je alvast een half jaar of een jaar intensief laat meedraaien voorzitter kan worden, maar niet nu en onder deze omstandigheden.'

Volgens je tegenstanders ben je dominant, te vaak in de pers, politiek gekleurd, te veel vakbondsman. Vind je jezelf ook zo'n lastig mannetje?

'Ja. En ik vind ook dat juist hele lastige mensen voorzitter moeten zijn. Een voorzitter moet duwen en trekken, opiniërend bezig zijn. En of ik nu vakbondsbestuurder, medewerker, raadslid of voorzitter ben: ik ben één mens, met dezelfde mening. Die stem ik wel af met mijn achterban, want ik ben zo democratisch als de pest.

'Ik zeg wel waar het op staat en de achterban van mijn partij vindt dat een prettige stijl. Wat dat betreft zijn DD en UReka meer gezagsgetrouw: als het college zegt dat het allemaal wel goed komt hebben zij al gauw de neiging om dat te geloven, maar wij hebben dat te vaak mis zien gaan.'

Worden de raad en het college het nog eens over het reorganisatieplan?

'Jazeker. Dat had zelfs al lang gekund. Als je maar accepteert dat er een besluit van de raad ligt, waar verder over gepraat moet worden. Het heeft even geduurd voordat het college dat deed; daardoor is er wat tijd verloren gegaan. Het zou verstandig zijn van het college om ook eens toe te geven dat het fout was om te roepen dat er sprake was van een geschil. Maar deze week overleggen we hoe dan ook verder met het college. Ik verwacht dat we er dan wel uit komen, al zullen beide partijen wat in moeten leveren. In het resultaat moet in elk geval een groot deel terug te zien zijn van het advies dat de raad over het reorganisatieplan heeft uitgebracht.'

Wat had je nog graag willen bereiken als voorzitter?

'Op landelijk niveau zijn we met alle universitaire medezeggenschapsraden bezig om van de minister gedaan te krijgen dat we meer invloed krijgen bij benoemingen van leden voor de Raad van Toezicht. En we willen van de minister meer duidelijkheid over de bevoegdheden van de raad.

'Bovendien vind ik het belangrijk dat we als raad ook de jaarplannen voorgelegd krijgen die bij de begroting horen, zodat we jaarlijks beter mee kunnen praten over het concrete beleid, en niet alleen maar eens in de vier jaar als het instellingsplan wordt vastgesteld.'

Wat beschouw je als je grootste succes in de afgelopen vier jaar?

'Als voorzitter, of als raad, heb je niet zo gauw concrete successen. Je invloed is meestal indirect en zie je pas later in de resultaten terug. Een voorbeeld van de invloed van de raad op de besluitvorming is het inpassen van major-minor in de bachelor-master-structuur: het college wilde een minor van zes maanden opnemen in de bachelorfase, maar op grond van onze argumenten - gebaseerd op ons overleg met opleidingsdirecteuren - is die minor teruggebracht tot een trimester.

'Het blijft trouwens jammer dat de hele major-minor operatie zoveel geld heeft gekost: verhoging van de studenteninstroom is niet aantoonbaar, de werkdruk is er wel door toegenomen en de belangstelling voor de helft van de minors is minimaal. Die 20 miljoen gulden had beter aan nieuwe opleidingen of aan het vastgoed besteed kunnen worden.

'Ander voorbeeld: bij de vorige herziening van de dienstverlening hebben wij de 'tien voorwaarden van de medezeggenschap' geformuleerd, waaronder 'geen gedwongen ontslagen'. Die zijn ook daadwerkelijk door de dienstdirecteuren gehanteerd en dat hele proces (van 30 miljoen gulden, red.) is toen ook heel netjes verlopen.

Dieptepunten?

'Dat er een lid uit de toenmalige COR is opgestapt omdat hij het niet eens was met de lijn die een meerderheid van de raad en ik toen volgden; hij rekende mij dat persoonlijk aan. En toen de raadsleden van UReka begin vorig jaar na een maand het vertrouwen in mij opzegden was dat ook niet leuk. Maar dat zijn nu eenmaal de pijnlijke consequenties van mijn politieke opstelling als voorzitter.'

Nog een wijze waarschuwing voor de nieuwe raad?

'Hou in de gaten dat je het enige onafhankelijke orgaan bent ten opzichte van het college van bestuur. Durf je verantwoordelijkheid te nemen en hou vast aan je argumenten. Ook al zegt het CvB dat de hele universiteit het met hen eens is, want dat ligt vaak wat genuanceerder. Als je afwegingen moet maken, leun dan vooral op je achterban: dat contact met de decentrale raden is inspirerend voor beide partijen en het is dé manier om dat gedaan te krijgen wat je politiek gezien wilt. Ik weet bijvoorbeeld dat de meeste raden - en vakbonden - het eens zijn met de lijn die de raad nu volgt. Als je verzekerd bent van zo'n draagvlak, dan is het niet zo moeilijk om af en toe de kop van jut te moeten zijn.'

Toch niet een beetje opgelucht dat je geen voorzitter meer bent?

'Een beetje wel. Het voorzitterschap is bijna een dagtaak, waar ik het onderwijs zo ongeveer tussendoor moet doen. Het is ook wel weer eens prettig om weer geconcentreerd bezig te kunnen zijn met andere zaken dan het voorzitterschap.'


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.