De dagen van Volkert van der G. zijn geteld. Tot die conclusie komt het Utrechtse U-Blad, dat uitvoerig beschrijft wat er medisch gezien allemaal gebeurt in het lijf van een hongerstaker. Normaalgesproken bereikt iemand die niet eet en alleen water drinkt na veertig tot tachtig dagen het terminale stadium. Van der G. haalt deze week de 70 dagen, maar behalve water drinkt hij dan ook vruchtensappen en thee met suiker. Heel veel langer dan tweeeneenhalve maand overleven zonder vast voedsel is echter niet mogelijk: 'Na vijftig dagen is een hongerstaker een lichamelijk wrak. Met zo iemand is het moeilijk communiceren, omdat van zijn stem nog slechts gefluister rest. Bovendien kan een psychose optreden: de staker lijdt aan waanvoorstellingen en verliest het contact met de werkelijkheid. Op een gegeven moment is de afbraak van organen onomkeerbaar. Het afstervingsproces is begonnen. Opnieuw beginnen met eten heeft dan geen zin meer. Dwangvoeding - zoals door de minister wordt voorgesteld in de zaak Volkert - dus ook niet.'
Drie Delftse studenten werpen zich in Delta op als uitvinders van de sunshower , een bruiningsapparaat voor onder de douche. Het prototype en het businessplan zijn klaar, het Kema-keurmerk is binnen, alleen ontbreekt er nog een half miljoen euro om het apparaat in productie te nemen. Voorlopig moeten de uitvinders nog genoegen nemen met een kantoortje annex werkplaats in het technostarterscentrum van de TUD, waar ze hun vinding ook demonstreren: de sunshower bestaat uit een smalle zonnewand, ingebouwdin een scheidingswand in de douche. Al douchend wordt de gebruiker gelijkmatig bruin, als hij zich tenminste regelmatig omdraait. Potentiële afnemers zijn privéhuishoudens ('vooral op initiatief van de vrouw des huizes'), beautyfarms en bungalowparken. Prijs: drie- tot vijfduizend euro per stuk.
Een Utrechtse promovendus leidde een grootscheeps onderzoek naar het broeikasgas methaan en het U-Blad publiceert de conclusies. De concentraties van broeikasgassen in de atmosfeer blijven stijgen (tussen 1990 en 2000 met tien procent), maar de hoeveelheid methaan in de broeikascocktail neemt af. Tussen 1970 en 1990 groeide de methaanuitstoot weliswaar wereldwijd met 25 procent, maar in de jaren negentig bleef die vrijwel gelijk. De stabilisatie is te danken aan meer dag- in plaats van nachtbouw bij de kolenwinning en aan de reductie van methaanuitstoot door bepaalde rijstgewassen. Belangrijkste uitstootbron blijven koeien, die hun bijdrage leveren in de vorm van scheten.