Beste Joop,
UT-Nieuws van vorige week bevatte een interview met jou onder de kop 'Geheim raadsbesluit bittere pil voor Sistermans'. In het interview maak je de universiteitsraad scherpe verwijten over de wijze waarop wij op 27 augustus een besluit hebben genomen over het reorganisatieplan. Uiteraard kan er geen sprake zijn van een geheim raadsbesluit; die term suggereert dat wij de inhoud van het besluit niet naar buiten zouden willen brengen. Ook is de stemverhouding niet geheim (7 stemmen voor het negatieve advies, één onthouding). Het enige wat er is gebeurd, is dat de universiteitsraad aansluitend op de overlegvergadering in beslotenheid zijn conclusies wilde trekken. Dat is reglementair toegestaan en er was alle reden voor gezien de hectische situatie en de grote druk die op de raadsleden werd uitgeoefend om snel tot een besluit te komen. Het had het college gesierd als het begrip had getoond voor de situatie en zich uit eigen beweging had teruggetrokken. In dat geval had onze achterban, voor zo ver aanwezig, gewoon kunnen blijven zitten.
In het interview noem je de universiteitsraad 'het meest democratisch en open orgaan van deze universiteit'. Dat komt overeen met de visie die binnen de raad bestaat. Wij hebben ook niet gehandeld in strijd met dit beeld. Openheid en democratie vergt soms dat gekozen vertegenwoordigers in beslotenheid met elkaar kunnen overleggen met als doel een besluit te nemen dat het beste recht doet aan de opvattingen en belangen van alle medewerkers. De steun die we na 27 augustus hebben gekregen van alle decentrale raden bevestigt voor ons dat wij toen de enig juiste beslissing hebben genomen.
Over openheid gesproken. Je bent terecht geprezen, ook door ons, voor de wijze waarop je alle betrokkenen, inclusief de medezeggenschap, hebt betrokken bij het reorganisatieproces zoals dat in november 2001 is ingezet. Maar jouw openheid had ook zijn grenzen. Ons verzoek om een waarnemer te mogen afvaardigen naar de drie commissies die het reorganisatieplan hebben voorbereid is afgewezen. Wij betreuren dat uit democratisch oogpunt, maar wij hebben begrip voor het feit dat de commissies dan mogelijk nog meer tijd nodig zouden hebben gehad om tot een advies te komen, en het duurde al veel te lang.
Jouw aanpak heeft er overigens wel mede toe geleid dat er nu geen grote meningsverschillen zijn over doel en richting van het reorganisatieproces. De reden om nog niet in te stemmen was dat er op 27 augustus geen volledig reorganisatieplan lag, dat voldoet aan de normen die zijn vastgelegd in de CAO, en dat er bij de consultatie van de decentrale raden geen volledig beeld konworden gegeven van de gevolgen van de reorganisatie voor de afzonderlijke eenheden. Zo bekeken is het jammer dat er een absolute waarde is gehecht aan de datum van 1 september.
Sans rancune, het ga je goed, namens de personeelsgeleding van de Universiteitsraad
Geerten Schrama