Hij had al voor een jaar afscheid genomen van de UT, om bij het KNAW-instituut Nias in Wassenaar een boek te schrijven. Maar met een dienstbevel riep zijn decaan bestuurskundehoogleraar Jacques Thomassen (56) terug naar de campus, voor een bijzondere bijeenkomst.
'Ik had net een reis van 24 uur vanuit Amerika achter de rug, waarbij van alles mis ging en ik was blij dat ik in Wassenaar was. Ik dacht daar een jaar te blijven, maar toen belde Van Rossum (de nieuwe faculteitsdecaan, red.), dat ik donderdag absoluut op de UT moest zijn. Het klonk als een dienstbevel. Ik dacht nog, dat zal de nieuwe wind wel zijn.'
Thomassens terugreis tegen heug en meug naar Twente werd vorige week donderdag beloond met een koninklijke onderscheiding. De burgemeester van Hengelo benoemde hem namens Hare Majesteit tot Officier in de Orde van Oranje Nassau.
De verrassingsactie was eigenlijk op touw gezet om Thomassens 25-jarig UT-jubileum extra glans te geven, afgelopen februari. De koninklijke procedure nam echter wat meer maanden in beslag dan voorzien, maar de verrassing was er niet minder om, vorige week donderdag.
Waar heeft u uw onderscheiding aan te danken, volgens de burgemeester?
'Eigenlijk was ik te beduusd om goed te onthouden wat er allemaal gezegd werd door de burgemeester, door Frans van Vught en Wouter van Rossum. Maar er waren geloof ik twee hoofdargumenten: waardering voor baanbrekend werk op mijn onderzoeksgebied en het feit dat ik daarnaast voortdurend bestuurlijk actief ben geweest bij samenwerkende organisaties in binnen- en buitenland, vooral op het gebied van kiezersonderzoek.'
Naast een overvolle werkweek met onderwijs en onderzoek ook nog eens vakgebonden bestuurswerk. Bezeten van uw vak?
'Nee, dat denk ik niet. Ik kan ook redelijk afstand nemen van mijn werk. Denk ik. Werk neemt een vrij groot deel van mijn leven in beslag, maar ik ga niet 's nachts om drie uur aan m'n bureau zittenom een leuk artikel te schrijven. Wel is het zo, dat ik er niet erg gelukkig van zou worden als ze tegen me zouden zeggen: jij gaat morgen met FPU.'
Kunt u zich voorstellen dat mensen in uw omgeving vonden dat het hoog tijd werd dat u een lintje kreeg?
'Het is natuurlijk een onzinnige vraag om mij te laten zeggen waarom ik een lintje verdiend zou hebben. Ik ben gewoon enorm vereerd dat mensen zich ervoor hebben ingespannen om dit voor elkaar te krijgen. Dat vind ik nog belangrijker dan de onderscheiding zelf.'
Wat gaat u doen in dat jaartje Wassenaar?
De uitnodiging van het Nias (het Netherlands Institute for Advanced Studies van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen, red.) viel min of meer samen met de toekenning van een NWO-subsidie aan een project van een Leidse collega en mij. Daardoor kunnen we nu gaan werken aan een Engelstalig boek over het functioneren van het Nederlandse parlement in de afgelopen dertig jaar. Het materiaal daarvoor bestaat hoofdzakelijk uit de resultaten van vijf grote enquêtes, die in '68, '71, '79, '90 en 2000 onder Tweede Kamerleden zijn gehouden. Het materiaal moet nog geanalyseerd worden, maar je ziet bijvoorbeeld al wel duidelijk dat Kamerleden zich in het laatste onderzoek sterk afzetten tegen het groeiende monisme en de toename van de fractiediscipline. Na alles wat er dit jaar gebeurd is, is het een mooi moment om dat boek nu te schrijven en in 2000 te laten eindigen.'
Het manuscript moet over een jaar klaar zijn, maar het zal wel eind 2004 worden voordat het boek in de winkel ligt. En hoe lang het kan duren voordat de conclusies doordringen tot een brede buitenwereld illustreert Thomassen met een knipsel uit de Volkskrant van 30 augustus. 'Twee jaar geleden heb ik in een boek voorspeld dat er een fenomeen als de LPF - of iets wat daar verdacht veel op lijkt - zou kunnen ontstaan in Nederland. Nu citeert de Volkskrant daaruit.'
En inderdaad, een van de passages uit Thomassens boek Politieke veranderingen in Nederland 1971-1998, gepubliceerd in het politiek rustige jaar 2000, luidt: 'Wanneer de kiezers geen verschillen meer zien tussen partijen , dan is het denkbaar dat onvrede zich vertaalt in negatieve gevoelens over het politieke stelsel als zodanig, in onvrede over 'de politiek.' (...) Als onvrede met het beleid geen uitweg naar een geloofwaardige oppositie kan vinden zal dat niet onmiddellijk leiden tot een bestorming van de Bastille, maar de opkomst van landelijke pendanten van stadspartijen als in Utrecht en Hilversum valt bepaald niet uit te sluiten.'
Menno van Duuren
Jacques Thomassen: ..fenomeen als LPF voorspeld...