Over en sluiten

| Redactie

Kutingenieur Het komt niet vaak voor, maar soms ben je best tevreden over je eigen tekstproductie. Zeker in dat geval is niets nuttiger dan de laatste puntjes nog even op de i te laten zetten door de spellingschecker. Want een smet op een perfect stuk, dat kan natuurlijk niet. Voorbeeld. In de Carrièrekrant, het trendy magazine van UT-Nieuws dat volgende maand weer verschijnt rondom de Bedrijvenda

Kutingenieur

Het komt niet vaak voor, maar soms ben je best tevreden over je eigen tekstproductie. Zeker in dat geval is niets nuttiger dan de laatste puntjes nog even op de i te laten zetten door de spellingschecker. Want een smet op een perfect stuk, dat kan natuurlijk niet.

Voorbeeld.

In de Carrièrekrant, het trendy magazine van UT-Nieuws dat volgende maand weer verschijnt rondom de Bedrijvendagen, komt een verhaal over drie UT'ers die een baan vonden bij spoorwegdochter Railinfrabeheer. Bij wijze van exclusieve voorpublicatie hier de (nog niet gespellingscheckte) beginregels van het artikel:

'Als NS'er heb je op elk feestje wel wat uit te leggen. Klagende klanten genoeg immers. Maar moe worden ze er niet van, de drie UT-ingenieurs die bij NS-dochter Railinfrabeheer hun draai vonden.'

En dan nu de versie van de Word-spellingschecker (zoek de verschillen):

'Als NSB'er heb je op elk feestje wel wat uit te leggen. Klagende klanten genoeg immers. Maar moe worden ze er niet van, de drie kutingenieurs die bij NSB-dochter Railinfrabeheer hun draai vonden.'

Toegegeven, als alternatief voor de bij Word volstrekt onbekende UT-ingenieurs, hadden we ook mogen kiezen voor de aangereikte dut-ingenieurs, nut-ingenieurs, hut-, fut- of put-ingenieurs, maar of het daar fraaier van wordt is de vraag.

Verderop in het verhaal blijkt dat ook UT'ers niet als zodanig door onze charmante spellingsassistente worden herkend. We bedoelen vast 'uterus', denkt ze (Latijn voor baarmoeder). Butlers kent ze ook, net als cutters, jutters, putters en tutters. Maar UT'ers? Never heard of.

De weg naar internationale erkenning van een Twentse bul is nog lang.

Kinders

Als je zo richting dertig gaat beginnen mensen in je omgeving, met name ooms en tantes, zich af te vragen of je ook kinderen wilt. Eigenlijk een vrij impertinente vraag, liever gaven wij onze pincode prijs.

Diezelfde mensen scheppen er op familiefeestjes genoegen in, wanneer jij je even met een jeugdig neefje of nichtje occupeert, keihard: "staat je goed!" te roepen waarop er aan de betreffende tafel een lachsalvo losbarst.

Geestig.

Ook halen ze herinneringen op aan de dagen waarop je er met een poppenwiegje op uit trok en over barbies moederde. 'Het zat er toen toch wel in', zeggen ze dan. Dat zal. Maar poppen en barbies maken geen geluid. En dat is nou net cruciaal.

Toch, eerlijk is eerlijk, soms maak je een week moment mee. Zoals deze week bij die fotosessie over kinderdagverblijf De Vlinder. Kruipende kindertjes, glimlachende babies, peuters die zich vol overgave in de armen van moeders storten. Echte lieverds. Je vergeet je krijsende buurjongen met ADHD en denkt: kinderen, waarom niet?

De volgende ochtend sla je in de trein het ochtendblad open. 'Reuzenbaby geboren', lees je. Een koude hand sluit zich om je hart. 'In Duitsland zag gisteren een baby van 7,5 kilo het levenslicht...' Verder lees je niet.

Ze-ven-en-een-hal-ve-ki-lo!

Dat kan dus ook?

Sorry ooms en tantes.


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.