Kritiek op rol media in bouwfraude-enquête

| Redactie

Telegraaf, Volkskrant, Trouw, Tubantia: allemaal wisten ze hem de afgelopen weken te vinden. André Dorée, hoogleraar bij Technologie & Management, werd een van de meestgevraagde bouwfraudecommentatoren. De publiciteit is hij beu, maar zijn studenten praat hij graag bij in een actualiteitencollege.

'Geen consumpties nuttigen in de collegezaal' zegt het verbodsbord boven de ingang van zaal drie. Een stuk of vijftig studenten en een verdwaalde medewerker schuiven met boterhammen en al de collegebanken binnen. Ze ruilen hun lunchpauze in voor de steviger kost van de bouwfraude.

André Dorée, hoogleraar markt- en organisatievormen bij de vakgroep bouwprocesmanagement van T&M, analyseert voor zijn gehoor het verloop van de parlementaire enquête naar 'Onregelmatigheden in de bouw' tot nu toe. De uitnodiging om vandaag met 30 aannemers in België te lunchen heeft hij maar beleefd afgeslagen, 'want dat maakt tegenwoordig zo'n rare indruk.'

Beeldvorming: daar draait het een beetje om in Dorées betoog. De media voeden de verontwaardiging van het Nederlandse volk door een niet altijd even nauwkeurige weergave van de verhoren, is zijn stelling.

Voorbeeld: Bij de aanbesteding van de waterkering in Kampen bleek dat alle aannemers zo'n 20 miljoen hoger op het project inschreven dan de begrote bouwkosten van 35 tot 38 miljoen. Wie de verhoren van de enquêtecommissie live volgde, kon volgens Dorée zien dat de commissie uit wilde vinden of de hogere kosten het gevolg waren van de voorwaarden die het waterschap (de opdrachtgever) stelde: alle risico's, zoals hoog water tijdens de bouwwerkzaamheden en onbekende obstakels in de bodem (niet ondenkbeeldig in een oude Hanzestad), werden gelegd bij de aannemers, die de kans op dat soort tegenvallers dus wel moesten verdisconteren in de aanneemsom. Na een lange procedure en nieuwe aanbesteding bleken andere bouwers wel in staat om de klus voor een beduidend lagere prijs te klaren. Hadden de eerdere inschrijvers gefraudeerd?

De dijkgraaf hield vol van wel. De commissie confronteerde hem echter met stukken van zijn eigen bestuur, waaruit bleek dat het waterschap inmiddels zelf een aantal risicobeperkende projecten had uitgevoerd, en wel voor eigen rekening. Dus, meent de commissie, hadden de aannemers blijkbaar toch een reden om in hun eerste aanbieding een hogere prijs te rekenen. Dorée: 'Als je dan naar desamenvatting in NOVA kijkt, wordt die nuancering niet opgepakt. NOVA schetst alleen het beeld dat door vooroverleg 20 miljoen bij de prijs is opgezet. Dat soort media-aandacht leidt tot criminalisering van de hele bouwsector. En als er sprake is van een ambtenaar die iets gedaan heeft wat niet in de haak is, vraagt ook bijna niemand in de media zich af hoe vaak zoiets nou voorkomt en wordt meteen de hele beroepsgroep gestigmatiseerd. De media hebben een eigen agenda'.

Of neem nu het fenomeen 'vooroverleg.' Alleen het woord al veroorzaakt tegenwoordig een golf van verontwaardiging. Ten onrechte, toont Dorée aan, want vooroverleg was jarenlang een geaccepteerd en legaal middel onder bouwers om elkaar voor calculatiefouten bij aanbestedingsprocedures te behoeden, vergoedingen voor 'rekenwerk' (offertes maken kost ook geld) vast te stellen, en om te voorkomen dat opdrachtgevers aannnemers tegen elkaar uitspeelden. In 1992 werd de legale vooroverlegpraktijk door Brussel verboden, waarna nog tot 1998 een beroepsprocedure werd uitgevochten. Vervolgens duurde het nog tot 2001 voordat de Nederlandse overheid een nieuw Uniform Aanbestedingsreglement publiceerde. Met andere woorden, houdt Dorée zijn gehoor voor, het is nogal een verschil of we het hebben over legaal vooroverleg, of over 'voor-vooroverleg' dat misbruikt wordt om een hele aanbestedingsprocedure tot wassen neus te degraderen.

Voor Dorée staat vast dat de bouwfraude-enquête - behalve het criminaliserende en stigmatiserende effect op bepaalde beroepsgroepen - tot gevolg heeft dat er een aantal regels, zowel voor ambtenaren als in de bouwsector, wordt aangescherpt. ('In een situatie met weinig vertrouwen, groeit het aantal regels.') Maar onzeker is, hoe de overheid zelf om zal gaan met de vraag of er iets moet veranderen in het marktmechanisme bij bouwprojecten. Dorée: 'Hoe vindt men dat de markt gefunctioneerd heeft. En wat is de rol van de overheid daarin? Wat voor soort markt denkt ze dat in de bouwsector aan de orde is? Vindt men dat het aanbesteden van een

Noord-Zuid-lijn net zoiets als het aanschaffen van een pak kopieerpapier?'

Niet alleen de rol van de media is in de bouwfraude-enquête wat Dorée betreft een kritische beschouwing waard, ook wordt het tijd dat de overheid maar eens de hand in eigen boezem steekt.

'En de leden van de enquêtecommissie,' luidt een vraag uit de zaal, 'zijn die eigenlijk wel geëquipeerd om de complexe materie van berekeningen en regelingen te doorgronden?' Dorée: 'Kamerleden blijven natuurlijk leken op dit gebied. Een collega van mij bepleitte onlangs in de NRC dat ze dit soort ingewikkelde onderzoeken maar beter eerst aan hoogleraren kunnen overlaten. Bij zo'n pleidooi sluit ik me uiteraard graag aan.'

Menno van Duuren


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.