Focus op primaire proces

| Redactie

Kenniseconomie als prioriteit, maar tegelijk ook bezuinigingen? 'Onmogelijk', is de reactie van professor D. Reinhoudt, directeur van MESA+ op de toespraak van Maria van der Hoeven, maandag bij de opening van het academisch jaar. 'De nieuwe minister van onderwijs zou beter moeten weten, als kamerlid was zij het hier ook niet mee eens.'

Dat bevordering van de kenniseconomie hoog op het lijstje van het nieuwe kabinet behoort te staan, daar is Reinhoudt het volkomen mee eens. 'In de jaren zestig en zeventig is in Nederland een uitstekende basis gelegd. Daarom heeft ons land nu een vooraanstaande positie op wetenschapsgebied, achter de Verenigde Staten en Zwitserland. Echter, wetenschappers gaan een jaar of dertig mee. De generatie van toen gaat nu met pensioen. Er moet dus geïnvesteerd worden, maar daar werkt de overheid niet aan mee.'

Reinhoudt verwijst naar de woorden van Loek Vredevoogd, de voorzitter van de universiteit van Leiden, die maandag onthulde dat de universiteiten er sinds 1980 met 40% op achteruit zijn gegaan. 'Terwijl aanschaf van personeel en apparatuur fors duurder is geworden', voegt Reinhoudt toe.

Ook riep Van der Hoeven de universiteiten op meer nadruk te leggen op HRM-beleid, met de daaraan verbonden vraag: hoe maken we de wetenschap weer aantrekkelijk? Reinhoudt ziet dat anders. 'Ik ben niet ongerust over het personeelsbeleid, wél over de toenemende daling van het aantal technische studenten. Dat is toekomst.'

De minister moet het probleem rond het wetenschappelijk personeel niet overdrijven, stelt Reinhoudt. 'We trekken al jarenlang aio's aan uit het buitenland en uit ervaring weet ik dat niet elke promovendus ook weer vertrekt. Jammer dat er niet voldoende Nederlandse aio's zijn, maar deze situatie dwingt tot internationalisering. Zo'n samenleving wordt toch gestimuleerd?

Mesa+ telt momenteel, wat aio's betreft, veertig nationaliteiten, vertelt Reinhoudt. 'Voordeel vind ik dat met name uit het mediterrane gebied veel vrouwelijke promovendi komen. De verhouding man-vrouw is hier nu redelijk evenwichtig, ongeveer zestig tegen veertig.'

Uiteindelijk gaat 95% van de promovendi uit Mesa+ naar de industrie en is er maar vijf procent geschikt voor wetenschappelijk onderzoek bij de universiteiten, aldus Reinhoudt. 'Mensen binnen houden is niet makkelijk. Focussen op het primaire proces behoort voorop te staan. Wetenschappers struikelen vaak over de bureaucratie. Met een beperkt budget valt daar de winst te halen, maar dan moet het Rijk ook haar verantwoordelijkheid nemen.'

Ander punt dat de kersverse minister aanroerde was een (vorm van)Europese ranking. Reinhoudt: 'Nuttig omdat kwaliteit dan zichtbaar wordt, maar niet simpel. Europese financiering is nodig. Het is lastig om te beoordelen hoe goed mensen zijn. Daarvoor moeten harde criteria worden ontwikkeld. Ook niet eenvoudig. En welke meetlat ook wordt bedacht, niet elke universiteit zal daar even gelukkig mee zijn.'

Maaike Platvoet

David Reinhoudt


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.