'Ik wil het niet mooier maken dan het is: bezuinigingen zijn onvermijdelijk, ook in het hoger onderwijs', zei onderwijsminister Maria van der Hoeven afgelopen maandag bij de opening van het academisch jaar.
Ook al wordt kennis in eigen land als een grondstof voor economische voorspoed gezien en wil Nederland bij de Europese top horen, extra geld voor onderzoek en wetenschap zit er niet in. De nieuwe minister van Onderwijs liet weten de teleurstelling over de bezuinigingen te begrijpen, maar volgens haar zit er niets anders op dan door de zure appel heen te bijten. 'We zullen meer moeten doen, met minder geld.' De vraag die volgens Van der Hoeven dan ook gesteld moet worden is 'wat we kunnen doen om met gelijkblijvende of misschien wel dalende budgetten verder te bouwen aan het ideaal om van Nederland een dynamische en concurrerende kenniseconomie te maken.' Een gezamenlijke inspanning is daartoe vereist vindt ze: overheid, instellingen, organisaties en externe partijen moeten hun krachten bundelen.
De middelen die beschikbaar zijn, moeten zo goed mogelijk besteed worden, betoogde de bewindsvrouw vervolgens. Ze wil daartoe ten eerste kwaliteit en bekostinging aan elkaar koppelen. 'Waar kwaliteit tekortschiet zullen we onderzoek moeten afbouwen.' Voorts moet ook de administratieve rompslomp voor onderzoekers kleiner worden, zodat ze zich volop kunnen wijden aan hun onderzoekstaak. Van der Hoeven: 'Transparanter regels voor de financiering van onderzoeksprojecten bijvoorbeeld of grotere bedragen toewijzen voor langere perioden.' Tot slot wil de minister het rendement van onderzoek voor de samenleving vergroten. Kennis moet de samenleving instromen. Via netwerken tussen onderzoeksinstellingen en bedrijven, maar ook naar innovatieve startende ondernemingen. 'Ik hoef u daarover niet veel te vertellen. Twente heeft een reputatie hoog te houden als het daarom gaat', merkte de minister op.
Tot slot ging ze in op het HRM-beleid van universiteiten. Onderzoek moet aantrekkelijke carrièremogelijkheden bieden en kansen voor ontplooiing. En dat geldt met name in de harde natuurwetenschappen, vindt Van der Hoeven. 'Jonge onderzoekers zijn daar steeds moeilijker vast te houden en te vinden. In sommige terreinen moeten aio's nu al vaak uit het buitenland worden gehaald.' De mogelijkheden voor een goed loopbaanpad zijn nog lang niet allemaal benut denkt ze. Instellingen zullen zelf de verantwoordelijkheid voor een creatief en dynamisch HRM-beleid moeten nemen.
'Makkelijk zal het niet zijn. Maar de moeilijkste oplossingen zijn vaak wel de beste', besloot Van der Hoeven haar rede.
Kritiek op rede, zie elders in dit UT-Nieuws
Receptie na afloop van de jaaropening.