Conciërge Henry Platje, alias het AKI Opperhoofd. Het is een titel waar hij nooit meer echt van af komt. Het naambordje op zijn bureau is daarvan de stille getuige. Platje bestiert het AKI-gebouw sinds drie jaar. Daarvoor was hij conciërge bij het conservatorium in Zwolle. 'Wennen was dat, die omschakeling. Een conservatorium heeft hele andere studenten en daarmee ook andere regels in huis dan een kunstopleiding. Waar dat verschil voor mij in zit? In de manier van aanspreken vooral. Het conservatorium was wat beleefder. En hier tik ik de studenten minder snel op de vingers. De regelgeving op deze kunstopleiding is soepeler.' Een alledaags voorbeeld is voor Platje snel gevonden. 'Laatst ging een student helemaal op in het vervaardigen van zijn kunstwerk, maar spoot daarbij ook de muur vol met verf. Op een humoristische manier probeer ik hem dan terug te fluiten. Van mij accepteren ze dat, blijkbaar heb ik het van nature in me.'
Dankzij zijn werk is Platje kunst anders gaan zien. Als hij door de wandelgangen loopt, vinden er regelmatig gesprekjes plaats met kunstenaars in spe. 'Dan krijg je uitleg over een kunstwerk, ga je het begrijpen en waarderen. Inmiddels heb ik thuis aardig wat verzameld van studenten. Ik heb zes schilderijen aan de muur, waarvan de kleinste 15 bij 15 cm en de grootste 2 bij 2 meter is. Verder staan er een tiental beeldjes.'
De contacten met de collega's van de andere UT-gebouwen zijn goed volgens Platje. Het gevoel een buitenbeentje te zijn op de campus is er niet. 'Ik heb te maken met de facilitaire dienst, de catering en de arbodienst Drienerlo. Jaarlijks nodigen we de mensen van deze diensten uit voor de overzichtstentoonstelling. Zo laten wij de UT een kijkje in onze keuken nemen.'