Een bijbaan van meer dan twaalf uur per week levert forse studievertraging op. Goede vwo-leerlingen zijn goede studenten. Dat staat in het proefschrift 'Studeren (g)een punt' van Muriël van den Berg.
Van den Berg, die deze week aan de Erasmus Universiteit promo- veerde, onderzocht in de periode 1996-2000 de studievoortgang van achteneenhalfduizend studenten aan zestig opleidingen van de universiteiten van Amsterdam, Maastricht, Delft en Rotterdam.
Wat blijkt: een bijbaan tot acht uur in de week heeft totaal geen invloed op de studievoortgang. De studenten scoren dan nog steeds tweeëndertig studiepunten in het jaar (zo'n driekwart van de punten). Vanaf twaalf uur in de week werken komt er echter een scherpe kentering. Een bijbaan van vijftien uur in de week laat het aantal behaalde studiepunten zelfs dalen naar eenentwintig per jaar. Dat is maar de helft.
Ruim driekwart van alle studenten heeft een bijbaan. Bijna één op de vier werkt meer dan twaalf uur in de week. Bijna één op de vijf studenten werkt in de horeca. Eén op de tien werkt aan de universiteit, bijvoorbeeld als student-assistent.
Het onderzoek nuanceert het beeld dat studenten met een royale bijbaan niet onderdoen voor andere studenten. Dat beeld ontstond afgelopen juli - waarschijnlijk ten onrechte - na een enquête van het U-blad onder driehonderd studenten van de Universiteit Utrecht.
Verder blijkt het eindexamenresultaat een krachtige voorspeller van studiesucces: de goede vwo-leerling is een snelle student. Daarom pleit Van den Berg voor selectie van masterstudenten op grond van hun cijfers in de bachelorperiode.