Informaticastudent Diephuis kan zich daarbij aansluiten. Het leven in de bergen is primitief en simpel. 'Het bestaat uit voldoende eten (van de Aldi), voldoende slapen en weer klimmen. De volgorde is arbitrair.' Diephuis was afgelopen zomer in Zwitserland te vinden, waar hij met zijn Delftse maatje vooral 's nachts klom. 'Dan is de sneew betrouwbaarder'. Zijn ervaringen zette hij op papier. (...) 'Rond half vier 's ochtends word ik wakker. Ik lig opgerold met het ingezakte dak van de tent op mijn kop. Waar mijn hoofd tegen het dak aanprikt is tegelijkertijd het enige puntje van de tent dat nog boven de sneeuw uitkomt. Daar liggen we, als twee zeiknatte koude sardientjes in een blik. Ik voel mij koud, nat en ellendig.' Maar ook: 'Klimmen is een subliem mengsel van optimaal genieten in een prachtige omgeving en een klimtechnische uitdaging.'
![]()