Informaticastudent Diephuis kan zich daarbij aansluiten. Het leven in de bergen is primitief en simpel. 'Het bestaat uit voldoende eten (van de Aldi), voldoende slapen en weer klimmen. De volgorde is arbitrair.' Diephuis was afgelopen zomer in Zwitserland te vinden, waar hij met zijn Delftse maatje vooral 's nachts klom. 'Dan is de sneew betrouwbaarder'. Zijn ervaringen zette hij op papier. (...) 'Rond half vier 's ochtends word ik wakker. Ik lig opgerold met het ingezakte dak van de tent op mijn kop. Waar mijn hoofd tegen het dak aanprikt is tegelijkertijd het enige puntje van de tent dat nog boven de sneeuw uitkomt. Daar liggen we, als twee zeiknatte koude sardientjes in een blik. Ik voel mij koud, nat en ellendig.' Maar ook: 'Klimmen is een subliem mengsel van optimaal genieten in een prachtige omgeving en een klimtechnische uitdaging.'
Terug in Twente (4)
De leden van de Twentse Studenten Alpen Club (TSAC) zijn elk jaar in de bergen te vinden en zo ook deze zomer. Onder andere Sander Koemans, Sjors Kurvers en Maurits Diephuis trokken er op uit. Koemans en Kurvers reden met de auto naar Italië voor een klimklus in de Dolomieten. 'In het gedeelte waar wij waren zijn de rotsen erg steil en de tochten erg lang. Die combinatie en het geweldige uitzicht maakte het erg spectaculair', vertelt Koemans. De 22-jarige TW-student klimt al sinds zijn zestiende. Toen hij in 1998 op de UT ging studeren sloot hij zich dan ook meteen aan bij TSAC. Daar ontmoette hij Sjors Kurvers met wie hij sindsdien op vakantie gaat. 'Het is belangrijk dat degene met wie je gaat klimmen hetzelfde niveau heeft. Je moet dezelfde route klimmen. Maar je moet het ook goed met elkaar kunnen vinden, je zit werkelijk de hele dag op elkaars lip.' Koemans en Kurvers brachten de nachten door op een matje naast de auto. 'Wildkamperen is verboden waar wij waren, en een tentje springt dan teveel in het oog. Bovendien kun je zo'n matje zo in de auto gooien in geval je betrapt wordt. Primitief? Dat vind ik juist leuk.'
