Goed sociaal plan moet de pijn een beetje verzachten

| Redactie

Veel wil CvB-lid en lid van de commissie reorganisatie diensten Huib de Jong nog niet kwijt over het sociaal plan. Het is opgesteld ter begeleiding van de sociale gevolgen (voor de werknemer) van de reorganisatie van de UT. 'Er ligt een concept waarover we met de bonden nog overeenstemming moeten bereiken'.

(zie ook elders in het UT-nieuws)

'Ik wil benadrukken dat de UT een maximale inspanning zal leveren om gedwongen ontslagen te voorkomen, maar helaas gaat dat niet lukken.' Op de omvang van het aantal ontslagen en het verlies aan werkgelegenheid wil De Jong niet vooruitlopen. 'Dat zal per onderdeel verschillen. Maar het gaat om een vrij ingrijpende operatie.'

Het sociaal plan zal volgens De Jong de met ontslag bedreigde werknemers de garantie bieden dat ze individueel kunnen rekenen op arbeidsbemiddeling, loopbaanbegeleiding (waaronder scholing) en een advies over hun financieel perspectief. De pre-FPU-regeling wordt tijdelijk in ere hersteld en er komt een vertrekpremie voor mensen wier plek of functie komt te vervallen of, in voorkomende gevallen, voor degenen die door hun vertrek het ontslag van een collega kunnen voorkomen. Bonden en UT spreken nog over een verdere invulling van de pre-FPU-regeling.

De Jong en hoofd PA&O Kas de Vries willen geen mededelingen doen over de hoogte van het daarvoor te reserveren bedrag, noch over de vertrekpremies. De Vries: 'Alles heeft te maken met het aantal jaren dat men bij de UT werkt. Hoe meer dienstjaren, hoe hoger de premie.'

Omdat de UT partij is en ieder personeelslid die het aangaat recht heeft op onafhankelijke ondersteuning zal de universiteit ervoor kiezen dit pakket voor een belangrijk deel onder te brengen bij een extern bureau. Kas de Vries: 'De expertise voor genoemd drieluik kopen we in, dat klopt. We hebben de keuze uit een aantal aanbieders.'

Als de opzet slaagt sluit De Vries niet uit dat een vorm van persoonlijke financiële planning, aangereikt door een extern bureau, blijvend deel gaat uitmaken van het personeelsbeleid van de UT. 'Het blijkt dat veel mensen geen of onvoldoende zicht hebben op hun financiën, althans in het kader van hun baan en loopbaan. Een goed advies kan dan voor beide partijen nuttig zijn'. De Jong voegt eraan toe dat het CvB dit najaar komt met een nota waarin het personeelsbeleid is herijkt.

Hij betoogt dat de essentie van goed werkgeverschap niet alleen neerkomt op het goed regelen van ontslagprocedures, herplaatsingen en detacheringen, maar daarna ook om het vijf jaar geleden enthousiast ingezette beleid op het gebied van HRM -en competentie-managament uit de mottenballen te halen. Er zijn destijds vele miljoenen ingestoken, maar blijvend succesvol was de excercitie niet. Sterker nog, de zaak is aardig weggezakt, erkennen De Jong en De Vries.

Dat moet dus beter. 'De nieuwe, beoogde structuur moet de UT toerusten op de toekomst. De organisatie zal sterker worden. Daar hoort ook vernieuwd personeelsbeleid bij. De UT staat voor veel kansen en uitdagingen. Haar omgeving verandert razendsnel. Dat vraagt om een andere manier van werken. Onderwijs en onderzoek veranderen van opzet onder invloed van de bamastructuur, internationalisering en competitie met andere aanbieders. De benadering wordt steeds marktgerichter, er ontstaan nieuwe doelgroepen. Met vijf faculteiten, een aantal excellente onderzoeksinstituten die voortaan worden gefinancierd op hun programma en een optimaal op deze primaire processen toegesneden dienstverlening, kan de UT die toekomst aan', verzekert De Jong.

Maar zover is het nog niet. Deze maand staat in het teken van het voorgenomen besluit van het CvB op het gebied van de dienstverlening.

Een algeheel gevoel bij de diensthoofden is dat de commissie Sistermans een, zeg maar, beleidsarm traject volgt. Sommigen nemen zelfs het woord erbarmelijk in de mond. Er zou niet of nauwelijks inhoudelijk gekeken zijn naar de ingediende beleidsplaatjes maar slechts naar wat hun vingeroefeningen aan geld (lees fte's, red.) oplevert. Deel je dat gevoel?

De Jong: 'In het geheel niet. Ik vind juist dat we als commissie uitstekend opereren, en alle facetten op onderdelen doornemen en afstemmen. Dat laatste valt niet mee, dat erken ik, het gaat om de sturing van de gehele UT. Dus zijn we eerst begonnen met de contouren en gewenste verhoudingen. Kijk, de structuur en opzet van de faculteiten achten we vooral een zaak van de decanen. Daarnaast verwacht ik niet al te veel problemen rond de inrichting van de onderzoeksinstituten. We beschikken over uitstekende opleidingen en onderzoek. De kunst is om daar de optimale ondersteuning voor te bieden. We kunnen daar mee aan de slag nu er over de kanteling van de instituten en herindeling van de faculteiten duidelijkheid is.' De Jong beseft dat de spanning binnen de UT al maar toeneemt. 'Dit kan niet al te lang meer duren, want we zijn al meer dan een jaar bezig. Vóór de zomer moeten de plannen door de U-raad zijn behandeld. De timing, dat is mijn grootste zorg. De bedoeling is dat de diensthoofden daarna voor hun eenheid een personeelsplan opstellen waarmee ze eind september in de openbaarheid treden.'

Effectief noemt De Jong het gegeven dat de dienstdirecteuren hun eigen plannen met hun collega-chefs hebben uitgewisseld en -volgens hem- hebben afgestemd. 'Dat vergroot de acceptatie van de plannen bij de commissie, omdat ze deeluitmaken van een groter geheel.'

Of die opzet inderdaad zijn effect heeft en de diensthoofden zich kunnen terugvinden in hun plannenmakerij, zal volgende week bij de openbaarmaking van het rapport-Sistermans blijken.

Bert Groenman


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.