De universiteitsraad heeft dinsdag alsnog ingestemd met de adviezen van de commissies Kanteling en Facultaire Herindeling. Twee weken geleden verwierp de raad het collegebesluit nog over de reorganisatie van het onderwijs en onderzoek.
Volgens UR-voorzitter Dick Meijer is het CvB 'tegemoet gekomen aan de voorwaarden die de UR aan instemming verbond.' De hete hangijzers waren voor de UR onder meer de voorgestelde verdeling van het geld voor onderwijs en onderzoek, betrokkenheid van de 'eenheden' bij het bepalen van het doel en de organisatievorm van de nieuwe faculteit, en de bevoegdheid van de decanen bij het opstellen van een facultair strategieplan.
In het aangepaste collegebesluit is nu vastgelegd dat het definitieve financiële verdeelmodel nog ter instemming aan de UR wordt voorgelegd, nadat de effecten van het voorstel nader geanalyseerd en volgende maand nader besproken zijn door het universitair managementteam.
De eenheden die samen een nieuwe faculteit gaan vormen, krijgen in het nieuwe besluit tot 1 juli de tijd om het eens te worden over de naam, de doelen en de organisatievorm van hun faculteit. Mocht dat niet lukken, dan kan het CvB altijd nog ingrijpen. Over de bevoegdheden van de decaan is nu aanvullend vastgelegd dat hij 'een samenhangend facultair strategieplan' opstelt, alsmede het onderwijs-, onderzoeks- en leerstoelplan. De laatste twee plannen dient hij op te stellen 'in overeenstemming met de wetenschappelijk directeuren van de betrokken instituten.'