Tot die tijd spreken de Neerlandse Spoorwegen regionaal met de universiteiten en de onderwijsinstellingen van het hbo en mbo over de verandering van de aanvangstijden. De landelijke verenigingen van deze instellingen hebben vorige week gezegd daaraan serieus mee te willen werken.
Vlak daarvoor verschenen er berichten dat de fracties van CDA en PvdA in de Tweede Kamer niet langer hechten aan de invoering van de OV-studentenkaart. Woordvoerders van de regeringspartijen zeiden dat zij minister Ritzen niet tot het uiterste wilden dwingen als de problemen rond de invoering te groot zouden worden. Voor Ritzen was dit echter niet meer dan een politiek signaal dat momenteel niet van groot belang is. Het is immers niet de Tweede, maar de Eerste Kamer die nog iets te zeggen heeft over de OV-kaart.
De Eerste Kamer behandelt het wetsvoorstel inzake de OV-studentenkaart op 8 mei, wat dus nog vóór het moment is dat het nieuwe invoeringsplan bekend wordt. De senatoren van de regeringpartijen willen desondanks voor de kaart stemmen als Ritzen hen er maar van overtuigen kan dat ernstige problemen zullen uitblijven. De CDA-fractie in de Eerste Kamer heeft enige tijd geleden laten weten dat zij ook kan leven met een gefaseerde invoering waarbij thuiswonende studenten de kaart op 1 januari ontvangen en de uitwonenden wat langer moeten wachten. (...)