Hans van Eerden, bureauredacteur Twente University Press en freelance-redacteur, is al blij als hij één boek per maand leest. 'Kranten zijn tegenwoordig een boekwerk.' Lezen doet hij hoe dan ook graag, ter ontspanning en om inspiratie op te doen. 'Ik kan wel zeggen dat ik de ambitie heb om ooit een boek te schrijven, maar dan behoor ik tot die groep van een miljoen Nederlanders die ook roepen. Laat mij maar in opdracht schrijven, dan zit er tenminste iemand op te wachten.'
Twintig jaar geleden las Van Eerden het boek 'Gödel, Escher, Bach, an eternal golden braid', van de Amerikaanse schrijver Douglas R. Hofstadter. 'Een non-fictie boek, dat over het ontwikkelen van kunstmatige intelligentie gaat. Gödel is een wiskundige, Escher een tekenaar en Bach de componist. De 'creaties' van deze personen worden in thema's gebruikt om kunstmatige intelligentie weer te geven. Het boek fascineerde me vanwege die structuur. Nee, niet makkelijk om te lezen. Het is een dikke pil.' Volgens Van Eerden was de auteur erg optimistisch over het ontwikkelen van kunstmatige intelligentie. 'Gelukkig is op dat terrein, twintig jaar later, weinig vooruitgang geboekt. De menselijke geest blijft overheersen en is nog steeds ongrijpbaar. Persoonlijk vind ik dat een geruststellende gedachte.'
Van de schrijver Hofstadter las Van Eerden ook 'The mind's eye', een titel met een dubbele betekenis. 'Het gaat om het geestesoog, maar tevens over 'ik'. Blijkbaar trekt me dat aan; filosofische boeken. Maar ik ben een leek op dat gebied. Het is gewoon een mooie tegenhanger voor mijn technische achtergrond.'