Ach, wat wist ik nou van liefde. Er was weleens een meisje dat ik aardig vond. Soms zelfs meer dan aardig. En dat, zo dacht ik, dat moest wel liefde zijn. Heel erg aardig. Aardig in het kwadraat. Onzin natuurlijk. Al verhef je aardig tot de twaalfde macht, dan nog heb je geen benadering van wat ik nu weet dat liefde is.
En ik associeerde liefde met moederliefde. Met bescherming. Met veiligheid. Geborgenheid. Zekerheid. Als je de grote liefde eenmaal had gevonden dan kon je nooit meer wat gebeuren. Ook onzin. De liefde niet toelaten, dat geeft pas zekerheid. Iedereen op afstand houden, niemand dicht bij je laten komen, zorgen dat niemand je kan raken, een harnas aantrekken, veiliger kan niet. Maar liefde gedijt niet in een harnas.
Liefde gaat gepaard met kwetsbaarheid. Ik heb het nu ontdekt. Geen ander zal me zo diep kunnen kwetsen als zij. Van geen ander zal het zo hard aankomen. En geen ander weet zo op de millimeter nauwkeurig waar ze me kan raken. Voor haar heb ik mijn malinkolder opengescheurd, een pijl op mijn borst gekerfd met "hier toesteken". En het maffe is: het beangstigt mij geen moment. Nee, het enige waar ik moeite mee heb is het besef dat ik ook haar zal kunnen kwetsen. Zij is absoluut geen breekbaar type, verre van dat, en toch heeft ze me met haar liefde een stuk porselein in handen gegeven. Als dat maar goed gaat.
Ik heb mijn leven lang nooit gekwetst willen worden. En ik heb mijn leven lang nooit iemand willen kwetsen. En ik dacht dat dat liefde was. Maar nu ik de liefde heb gevonden, nu liggen beide gevaren om de hoek.
En daar moet ik dus aan denken als ik de beelden uit Israël zie. De Joden en de Palestijnen. Kinderen van Abraham. Zonen van dezelfde God. Hoe kan een vader dit toelaten? Kan Gods alom aanwezige liefde dit werkelijk niet verhinderen? De gebeurtenissen spreken voor zich.
Liefde is niet het antwoord. Liefde is eerder de oorzaak. De Joden en de Palestijnen houden gewoon veel te veel van elkaar. Het kan haast niet anders. Want alleen mensen die elkaar verschrikkelijk lief hebben kunnen elkaar zo diep kwetsen. Aardig zijn zou voor Israël wel genoeg zijn.