Het ministerie van Economische Zaken stelt 45 miljoen euro beschikbaar voor startende technologische bedrijven van universiteiten, hogescholen en andere Nederlandse kennisinstellingen.
Het geld is bedoeld om een achterstand in te lopen op het gebied van de zogenaamde 'technostarters'. Nederland blijkt onder het gemiddelde te scoren op het punt van de financiering en de begeleiding van beginnende bedrijven op technologisch gebied.
De Subsidieregeling Infrastructuur Technostarters is een aanvulling op - en een verbreding van - de eerdere stimuleringsregelingen Twinning (voor ICT) en Biopartner (voor levenswetenschappen). Het ministerie van Economische Zaken (EZ) wil in 2003 de helft meer technostarters zien dan de ongeveer 1100 uit 1999.
Universiteiten, hogescholen en andere 'publieke onderzoeksinstellingen' hebben drie maanden de tijd om projecten aan te melden bij Senter, de uitvoeringsorganisatie van EZ. De uitverkoren projecten krijgen voor maximaal twee jaar kosten vergoed van huisvesting en speciale apparatuur (met een maximum van 5 miljoen euro per project).
De demissionaire minister Jorritsma draagt maximaal vijftig procent bij van de gemaakte kosten. De aanvragende instelling moet de rest bijpassen of daarvoor een partner zien te vinden (bijvoorbeeld een bedrijf of een regionale overheid).