Acht klimmers bereikten zaterdagmiddag de finale. In drie keer vijf minuten moesten ze drie boulders nemen. Een boulder is een lage klimwand met ronde uitsteeksels: keien in de natuur, plastic bulten in een gymzaal. De klimmers bestijgen de wand zonder touwen of ijzeren gereedschap. Het is zij en de muur, en verder niets.
De acht finalisten bevonden zich in een met landbouwplastic afgezette hoek van de Utrechtse gymzaal: de isolatie. Omdat de te beklimmen boulders voor alle deelnemers even moeilijk moeten zijn, mogen deelnemers hun voorgangers niet aan het werk zien. Wachten dus tot je de arena wordt ingeroepen.
Ondertussen hóren de geïsoleerden hun tegenstander wel. Gejuich van het publiek, de aanmoedigingen, oohs en aahs wanneer de te kloppen klimmer naar beneden valt. Dat moet zenuwslopend zijn. Zaterdagmiddag braken zeven van de acht finalisten onder die spanning: ze maakten hooguit één, maar meestal geen van de drie boulders af.
Behalve Herrie Heckman, de 23-jarige TBK-student die als vijfde het strijdperk instapte. Heckman maakte niet één boulder af, niet twee, maar alle drie. En won dus het tweede NSK, met straatlengtes voorsprong. Drie dagen later blikt de studentenkampioen, die uitkomt voor de Twentse Studenten Alpinisten Club, terug.
Heckman: 'Het was mijn dag, ik hou van het wedstrijdelement. Ik presteer beter voor publiek, ik heb dat toeziend oog nodig om mezelf op te fokken, om mezelf werkelijk te motiveren. De eerste wand pakte ik in twee pogingen. Toen wist ik dat ik ver kon komen. Ik voelde me beresterk.'
Lucide bijna. Heckman: 'Ik herinner me hoe ik de twee resterende boulders in me opnam. Heel soms heb je dat: je ziet je voor een opgave gesteld en je weet onmiddellijk tot in detail hoe je het gaat aanpakken. In mijn hoofd was ik al boven. Ik hoefde de bewegingen alleen nog maar uit te voeren.' En aldus geschiedde.
Herrie Heckman is een berggeit. Zijn studentenkamer is behangen met posters van bergketens en actiefoto's van klimmers tegen ijzingwekkende wanden. Eén boekenkastplank is gereserveerd voor vakliteratuur: K2, triumph and tragedy; Better bouldering; Ronald Naars IJle horizon.
En ook: een nummer van de Kijk uit 1995, waarin een piepjonge Heckman op z'n kop in zijn jongensslaapkamer hangt aan een zelf in elkaar geknutselde klimwand. Het geld voor de plastic inschroefkeien betaalde hij van zijn zakgeld. 'Soms stond ik driehonderd gulden in de min bij mijn ouders. Maar ik moest en zou dat oefenwandje.'
Hoe word je bergbeklimmer in de polder? Heckman: 'Sinds m'n twaalfde ben ik met klimmen bezig. Het begon met trektochten door de Franse alpen. Met leeftijdsgenoten klommen we onder begeleiding van hut naar hut. Dat was echt alpinisme, met ijzers en touwen. Prachtig, maar ik merkte al snel dat sjouwen door de sneeuw me niet echt lag.'
Heckman ontwikkelde zich van jeugdig alpinist tot sportklimmer, maar inmiddels ziet hij zichzelf als een echte boulderer, de jongste tak van klimmen: een gang die de alpinismehistorie aardig weerspiegelt. Heckman:'De eerste helft van de vorige eeuw stond de berg centraal. Er bovenop staan, daar ging het om. Hóe je die top bereikte, deed er niet toe'.
'Na de Tweede Wereldoorlog kwam het sportklimmen in zwang. Wanden bedwingen van twintig, dertig meter hoog, in de natuur of artificieel, met touwen alleen om je op te vangen wanneer het mis gaat. Aanvankelijk bedoeld als oefening voor het echte werk, maar al snel uitgegroeid tot een discipline op zich.'
Een jaar of vijftien geleden kwam daar het boulderen bij. De lage oefenwand zonder touwen of ijzerwaren, op zijn beurt aanvankelijk bedoeld als oefening voor het sportklimmen. 'Boulderen heeft me pas echt gegrepen', bekent Heckman. 'Klimmen in zijn meest pure vorm, vind ik. Alles komt aan op evenwicht, beheersing, en nadenken. De essentie - uitgeloogd, acrobatisch.'
Vijftien keer al reisde hij naar Fontainebleau, het mekka voor boulderaars. 'Je hebt daar bos met talloze zandstenen wanden. Overal staan klimmerstentjes opgeslagen, de hele dag zie je boulderaars bezig. Prachtig.' Uren kan Heckman zich op zo'n wand vastbijten. 'Telkens lazer je er uit, tot je 'm uiteindelijk door hebt. Of niet natuurlijk. Dan probeer je 'm een jaar later nog eens.'
Heckman laat foto's van het bij Parijs gelegen klimbos zien. Tanige, breedgeschouderde mannen klampen zich vast aan onmogelijke rotspartijen. 'Sterk word je vanzelf', erkent de studentenkampioen. 'Maar de huid op je vingers wordt dun.' Breedlachend: 's' Avonds voor de tent kun je je koffiemok nauwelijks meer vasthouden.'
Peter Buwalda
Herrie Heckman