Ooit, toen de meeste (mannelijke) eerstejaars nog maagd waren, was een bezoek aan de hoeren een verplicht nummertje bij de ontgroening. Van dezelfde orde was de eerste dronkenschap. In mijn tijd had die ontnuchtering echter al op 16-jarige leeftijd in de disco plaatsgehad. Later verschoof dit zelfs naar de brugklas - al was het dan met Breezers in plaats van bier. Voor de corpora viel er zo dus weinig meer te initiëren.
Bleef over de verbroedering. In de tijd dat nog maar weinig mensen een universitaire studie volgden, voelden academici zich een kwetsbare minderheid tussen al het plebs. En u weet hoe dat gaat met mensen die zich onzeker voelen: die zoeken elkaar op. Met soms duistere mores proberen ze een band te smeden. Veel mensen vinden die bescherming in een religie. Of, als ze nog onzekerder zijn, in een sekte. Hoe groter de onzekerheid, hoe dwingender de regels. En ook, hoe meer dit groepsgedrag gepaard gaat met intolerantie jegens buitenstaanders. Het studentencorps had dezelfde functie. Maar sinds studeren de gewoonste zaak van de wereld was, kon geen student zich meer kwetsbaar voelen. Ik verwachtte dan ook dat de leegloop van de kerk en de leegloop van de sociëteit gelijk op zouden gaan.
Hoe mis kon ik het hebben! We zijn bijna 20 jaar verder. Ik woon nog steeds in een studentenstad. En op de uitgebouwde terrassen voor de sociëteiten zie ik elk jaar weer een nieuwe generatie fantasieloze knorren schaamteloos de klasse-avond van hun brugklas overdoen. Biertje in de hand en zuipen maar. Uit welk achtergebleven gat komen toch die eerstejaars die dit nog als iets bijzonders ervaren? Ik zag zelfs een paar van die opgeschoten pubers met een sigaar in de hand. Onze hoop voor de toekomst blijkt een lading uitgeleefde klonen van onze opa's te zijn.
Als ik deze zielige meute weer hoor brallen ben ik blij dat er ook uitzonderingen zijn. Jongeren die nog wel beseffen dat ze bijzonder zijn, dat het geen tijd voor kattenkwaad meer is. Jongeren die willen breken uit het milieu waarin ze zijn opgegroeid. Die nieuwe grenzen zoeken en deze bescherming vinden in de mores gepredikt door radicale imams. Hoe intolerant jegens buitenstaanders die ook mogen zijn. Kortom, jongeren die nog een hart voelen kloppen en zich daar door durven laten leiden. Ik vrees dat we deze jongeren dringend nodig hebben om ons een welverdiende trap onder de kont te geven.