Het zijn verwarrende tijden, zo in de overgang. Van vakantie naar werk. Van heet naar frisjes.
Op je werk zit je weer strak in het gareel, maar op de televisie wemelt het nog van de zomergasten en herhalingen. Dus toch maar naar buiten.
De avonden in je tuin zijn nog wel lang en lekker, maar niet meer zoals op de camping. Het is vochtiger, klammer. Toch anders.
De zelf geïmporteerde wijn smaakt ook al niet meer zoals-ie deed toen je hem ontdekte en per dozijn inkocht bij je favoriete lokale wijnboertje. Toch maar weer naar Gall & Gall.
En wat moet je aan, met dit rare weer. Overdag is het best lekker, maar 's ochtends op de fiets voel je die koude nachtlucht nog wel hangen. Toch maar een trui aan op de heenweg.
's Nachts zweet je niet meer zo, gelukkig. Maar alleen een laken over is eigenlijk net te weinig en een dekbed weer te veel.
Op je werk heb je airco, maar die kan eigenlijk beter niet aan. Het stroomnet trekt dat niet. Dan slaan de stoppen door en gaat je computer uit. Daar krijg je het dan weer erg warm van, maar de airco is uit en mag niet meer aan. Toch maar weer een raampje open.
Op de markt koop je een kilo inktvis en thuis boots je je favoriete Spaanse restaurantje na. Met veel knoflook, olijfolie en wijn. Net echt. Totdat je de volgende morgen opstaat, naar de wc gaat en er niet meer af komt. De entosorbine smaakt het zelfde, maar toch is het anders.
Op kamers!
Je zult maar uit het westen des lands komen en in Enschede gaan studeren zonder aldaar reeds een kamer bemachtigd te hebben. Wat dan te doen, als telg en ouderpaar?
Het betreffende gezin zit steeds moedelozer aan de keukentafel in Naaldwijk. 'Morgen begint de intro al', sombert het kind. 'Waar moet ik dan slapen?'
Moeder krijgt een brainwave. 'Ik bel tante Wilma in Klazienaveen. Moet je daar zo lang maar bivakkeren.'
Vader (geduldig): 'Maar schatje, das toch helemaal niet in de buurt van de UT.'
Moeder (mismoedig): 'O. Het klonk zo leuk Twents.'
Zoon (pissig): 'Wat ben je toch onmeunig stom, ma.'
Moeder (verbaasd): 'Onmeunig?'
Zoon (met gepaste trots): 'Geleerd op de vwo-vipdagen!'
Vader (gedecideerd): 'Het lijkt mij het beste om de caravan en de voortent ergens op een camping in Enschede op te zetten. Dan zoek je vandaaruit verder.'
Enkele weken later.
Zoon sjouwt 's morgens met een wc-rol onder de arm tussen uitgelaten vakantiegangers naar het washok. 'Wij gaan vandaag es naar het Rutbeek en jij jongen?'
'Inleidend college stromingsleer.'
'O, hoor je dat Ria, zoiets kunnen wij morgen misschien doen. Leerzaam voor de kinderen. Eh, jongeman, wat mag zo'n uitstapje kosten?'
's Avonds ontsteekt hij de oliebrander in de voortent. Slaat beleefd een potje jeu de boules af, zet wat haringen vast, ritst de deur dicht en buigt zich over de boeken die op het plastic campingtafeltje liggen uitgestald, ondertussen het omroepen van de bingo-getallen negerend.
Op kamers is gewoon net iets anders dan hij zich had voorgesteld.