Maandag diende de familie van een Hoofddorps grootje een klacht in bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Mevrouw was hard op haar hoofd gevallen. 112 was gebeld. Die melding was binnengekomen bij de Centrale Post Ambulancevervoer. Maar pas na een half uur was de hulpploeg ter plaatse. Er waren te weinig ambulances. Vanwege de stakingen. De vrouw ligt nu in coma. Saillant detail: tot de klagende familie behoort de schoonzoon van het slachtoffer, een stakende ambulance-chauffeur.
Heeft u meegeteld over hoeveel schijven dit familiedrama is gespeeld? Vroeger zou niet 112 maar de dochter van het slachtoffer zijn gealarmeerd. Dan was schoonzoonlief ogenblikkelijk in zijn ambulance gesprongen. Ook wanneer hij geen dienst had. Zelfs wanneer hij staakte. Ik geloof dat de chauffeur in kwestie dat nu ook wel had gewild. Maar blijkbaar hebben wij onze maatschappij zo georganiseerd dat dat niet meer gaat. Arbeid is niet langer een activiteit om onszelf en onze naasten te verzorgen. Arbeid is een plicht voortvloeiend uit een CAO. En zorg is een recht voortvloeiend uit een premiestelsel.
Het ambulancepersoneel staakt omdat het op 57-jarige leeftijd met pensioen wil. In een maatschappij waarin we de echte oudjes al niet eens meer adequaat weten te verzorgen, meent een groep 57-jarigen dus al geen poot meer uit te hoeven steken! Nee, zo asociaal zullen de stakers het echt niet bedoelen. Ons stelsel past alleen niet. Het kent maar 2 levensfasen. Wie (moeten) werken, worden geacht alles voor iedereen te kunnen doen. Wie oud is wordt geacht niks meer te kunnen. De meeste mensen kunnen op gevorderde leeftijd inderdaad veel niet meer, maar meer juist beter. En dat past niet in de tweedeling werkend of gepensioneerd.
Ik geloof niet dat je van mensen mag verlangen dat ze na hun vijftigste het zware werk in de ambulance nog kunnen doen. Maar in onze vergrijzende samenleving is er een toenemende vraag naar lichtere vormen van vervoer op maat. Ambulancechauffeurs op leeftijd, met hun ervaring, zijn bij uitstek geschikt om deze zorg te verlenen. Misschien wel tot hun zeventigste, een paar dagen in de week. Maar zulke hulpvaardigheid past vast niet in een CAO of ineen premiestelsel.