'Werken was een voorrecht'

| Redactie

De laatste jaren was hij vooral bestuurder. Van vakgroepvoorzitter tot dubbeldecaan van de faculteiten Elektrotechniek en Informatica. Een boeiende tijd, vindt hij, ondanks alle onrust. Toch wekt professor Hans Wallinga de indruk liever te praten over zijn vak, halfgeleiders en micro-elektronica. Hij nam deze week afscheid van de UT. De loopbaan van Wallinga loopt in zekere zin parallel met de in

De laatste jaren was hij vooral bestuurder. Van vakgroepvoorzitter tot dubbeldecaan van de faculteiten Elektrotechniek en Informatica. Een boeiende tijd, vindt hij, ondanks alle onrust.

Toch wekt professor Hans Wallinga de indruk liever te praten over zijn vak, halfgeleiders en micro-elektronica. Hij nam deze week

afscheid van de UT.

De loopbaan van Wallinga loopt in zekere zin parallel met de in chipkringen bekende Wet van Moore. In 1965 formuleerde Gordon Moore zijn wet, in 1967 begon Wallinga als 'wetenschappelijk ambtenaar' aan de Technische Hogeschool Twente. In juli 2003 gaat de hoogleraar halfgeleiderdevices met pensioen. Heeft De Wet - en daarmee de micro-elektronica- nu ook zijn langste tijd gehad?

Wallinga: 'De miniaturisatie waarover Moore zijn wet destijds formuleerde- eigenlijk is het meer een voorspelling- loopt onherroepelijk tegen zijn grenzen. Ik zie nog geen alternatief dat radicaal anders werkt. Dat betekent dat micro-elektronica nog zeker niet met pensioen kan.'

Moore zei destijds al dat elke achttien maanden het aantal componenten per vierkante centimeter op een chip zou verdubbelen. Een exponentiële groei die zich tot vandaag heeft afgetekend. Wallinga: 'Dat daaraan een eind komt, heeft Moore zelf dit jaar ook al gezegd. Hij merkte daarbij wel op dat we dit einde nog wél even kunnen uitstellen. Een aardige vraag is daarbij: hadden we veertig jaar geleden niet meteen met veel kleinere afmetingen moeten beginnen? Het antwoord is: nee, dat was absoluut niet mogelijk. De micro-elektronica heeft zichzelf aan zijn staart omhooggetrokken; zonder de ontwikkelingen in de hard- en software konden we niet verder, en konden we nu ook niet denken aan nanotechnologie. Dat was in 1967, toen ik begon, natuurlijk niet te voorzien, en Moore deed zijn voorspelling ook voor niet meer dan tien jaar. Maar zelf vind ik het een voorrecht om juist in deze periode in dit vakgebied gewerkt te hebben. Ik zal die ontwikkelingen ook zeker blijven volgen.'

Na een eerste jaar bij Technische Natuurkunde begon Wallinga in de groep van wijlen professor Oscar Memelink, die hij in 1987 opvolgde. 'Halfgeleider-elektronica bleek echt mijn vak te zijn. Dat had ik eigenlijk al tijdens mijn studie in Utrecht gemerkt. Verschillende facetten van het onderzoek heb ik in de loop van de jaren geleid, de laatste periode richtte ik me vooral op de technologie- hoe maak je het nog kleiner- en de betrouwbaarheid. Dat is een gebied dat steeds belangrijker wordt, juist als de grenzen in zicht komen. De belangstelling voor dit gebied zou in Nederland wel wat groter kunnen. We zijn daarom ook heel blij met buitenlandse studenten en promovendi. Meer dan driekwart van de promovendi in deze groep komt uit het buitenland, en opmerkelijk genoeg is de meerderheid van hen vrouw! Ook in Nederland moeten we het echt van de vrouwen hebben, willen we de instroom in de techniek vergroten. En dat is hard nodig als we de industriële research in Nederland willen behouden.'

Een jaar of vijf geleden werd Wallinga decaan van Elektrotechniek, aan de vooravond van een bestuurlijk lastige periode met een facultaire herindeling. 'Onrust was er zeker, maar ik vond het wel degelijk een boeiende tijd. Als persoon groei je toch in een positie dat je je meer gaat verbreden, meer coördineren dan zelf heel specialistisch werken. Als decaan heb ik me vooral verzet tegen het oorspronkelijke idee om Elektrotechniek te voegen bij Technische Natuurkunde en Chemische Technologie. Die combinatie zie je nergens in de wereld, en de systeem- en ontwerpbenadering van EL past gewoon niet bij het nieuwsgierigheid-gedrevene van de andere twee. Ik ben blij dat hiervan is afgezien, de huidige keuze ligt veel meer voor de hand', aldus de scheidend hoogleraar die van huis uit zelf natuurkundige is. Zijn opvolger professor Jurriaan Schmitz (36) is al enige tijd geleden begonnen: een luxe positie voor beiden, zo'n periode van overlap, vindt Wallinga. Zelf gaat hij na het interview verder met opruimen en het vullen van de blauwe papiercontainer die middenin zijn kamer staat.

Wiebe van der Veen

Hans Wallinga


Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.